Het is een warme ochtend in de lente en ik loop rond in onderbroek en bloes. De vriend trekt één wenkbrauw op en vraagt of ik vandaag nog van plan ben een onderstuk aan te doen? "Na het ontbijt." Ik zie een foto voor me van een warme lentedag meer dan 20 jaar geleden in de tuin van het ouderlijk huis. Ik ben een meisje, met een roze fietsje in de hand, niks abnormaal. Buiten dat ik op zwarte stiletto's sta (tig maten te groot), in een witte sportbroek, een hoedje met strik, blauwe oogschaduw en een kanten BH (ook te groot) van mijn moeder. Mijn vader heeft tot grote hilariteit dit moment vastgelegd op camera, tot grote schaamte van moeder, aangezien haar lingerie in de buurt werd tentoongesteld door moi. Het was underwear as outerwear avant la lettre. Dat was mijn hobby als kind. Mijn verkleedkist. Gevuld met afdankers van mijn flomboyante grootmoeder. Galajurken van vervlogen tijden die een exotisch geurtje meedroegen en indrukwekkende hakken. Namiddagen kon ik doorbrengen met uitzoeken van een nieuwe look met ditto make-up en blijkbaar toegevoegde lingerie van mijn moeder. Nu ik 29 ben is de verkleedkist verdwenen. De neiging om thuis zonder outerwear te lopen blijkbaar niet. Houden zo.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.