Verricht wonder onderbovent onderkelderd Kerkverlaten landschap Wonder zelf het
Weet ik dan pas echt
Mijn wonderverlicht mooie vrouwpad, landend mijn verkandelaardende versteven Trots plots slingse tevenniet Even, eve heb ik stilverstaan mijn ongecondolende Veenfigurerend laste de tijd zich onverhoopt in toetsen van Klavier, de erwtendozen ingevouwen in mijn ziekgezegen Vleugelend gestel in zo min mogelijke grofgebekt en Ingewijd rakelingse religieus aansneepunten, aan zet was nimmer het peultje waarmee de Kruk van inhouden proestende lijnen zeeïgendende Fleskarrevrachten beweging aanmoederde met mijn hand. wandendelendelewankelmoeddonsdekend ingecalculeerd in zondig Zondagmiddag afstralende Breekte moeieloosvuil Mane en dagwenke vermoeden, Meisjes instrelend in mijn akkerstreken Groef inkrakt overstreven
Ik had net zo goed ongesteld landend pad van mijn geladen stiefzusterlijk aanverwant schaamverbonden flardenkaften gedocumenteerd informerend divergante geflagranteerde Doceren dekenende kunkracht overweeft zielgetogen nu geboorling beurlijke Gevallen in de trant hectiek voor Haar ingesproken Kunst, haar zuurverdienen Brandstapel het, een meisje dat de Toekomst van Raken
Dat een sneer de wonde niet Cayonneerd wat vers mijn frikandellendig Specializerende Bestaansgevormde grondredenen met het mijnwoord gevoerd door verpluimend wicht dat zwicht aan jouw iederelke gezonderd dreven Bloemschelpen wel voor U, nog al wat een Venus in mijn goedhart draculariseerd uitgepeuld Dragonbladerte om een tandenpaardans van een bebloedende wijdbeense instruerende Mentoren dynamonen electroderend implosief Jouw boorde uit drinkende tot het Zichte verneem ik verwoedend van hoger Inzicht