versgetijden

17 okt 2015 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

I. 

ontredderd

afgestompt

ongekend

dagelijks rumoer raast ergens nergens heen

ik voel onmenselijk veel immense gevoelens

immens veel

im-mens

Im Mensch

Glauben Sie?

 

nee excuseer ik geloof niet

en wij kopen niet aan de deur

 

maar ondertussen sta ik al jaren te pacht

te pas en te onpas

weeldig tierend tussen al dat volk

die tirade aan stemmen waarvan er geen een

geen enkel lijkt te wankelen

rotsvast en onverbiddelijk slaan ze mij te niet

de kleine profeet een nietige Ezra

die in dit barre land zoekt naar zijn verlies

vervlogen rijkdom allegaar.

 

ik zou u kunnen kussen, liefste lotgenoot

al waar het dan dat ik u zou verdoemen

tot een eeuwigheid in mijn armen

 

omarmd met al mijn mankracht

ontmanteld in al mijn armoede

 

II. 

‘t zijn de kinderen van de desertie

zonen en dochters van een april reeds vervlogen

de grond is dor

hun ogen tranen puur stoffelijk overschot

de resten van hun onschuld in materie

hun moeders voelen zich niet langer gehecht

machinaal verwijderd

ergens tussen nageboorte en nageslacht

losgerukt van identiteit

 

men zou u maar al te graag definiëren

u willen neerpennen

gelijk ik nu doe

ongeacht mijn intenties is mijn inkt niets

niets meer of niets minder dan een ijdel wapen

kijk, ik zou u dragen als goddelijke profeten

u doen neerdalen

jef jef jef

mijn Hindenburg uw Al-Djoedie

en een onvergeeflijk einde aan al uw zonden

als bannelingen

als godvergeten volk

 

maar gepreek en gepalaver later

strijkt ge nog steeds neer in goten en koterijen

als beesten

beesten gestrand aan de voeten van de rattenkoning

als een gepolijste troon

een troon met doornen, gelakt met uw kristallen tranen

 

 

III.

gebarsten mannen

staan met versplinterde tanden

in bloederige rijen

aan stukken gereten

en paraat

 

hun klapperende gebit

scheurt hun kaken aan flarden

hun handen beven

ratelende knoken

als een slangendans

vervellen hun sidderende lichamen

versteend tussen de jaren

barsten zij in tranen uit

rollen over rauwe kaken

en kussen zilte lippen

de comateuze streling

van hun bevroren huid

 

en mijn gedoornde armen

als een christuskroon

getooid

in bloed

rood bloed

omdat het zo zeldzaam is

omarmen

lijven versleten

geruïneerde restanten

van waarheid

en vervlogen leugens

die als vleugels

te pletter storten in het zilt  

 

IV.  

Ezra – Azra’il

gevederd herrezen

uit de tandeloze zee

doods

zolang er gegil te horen is

uit de golven

als dolle hellehonden

de striemen van hun riemen

grafzerken in het vlees

vurige tongen

vlammen hun gal geladen klanken

als ijzeren engelen

donderen zij

verwoesten zij

hunkeren zij

huilen zij

net als gij en ik

 

want ook wij zijn niet opgewassen

tegen de wassende zee

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

17 okt 2015 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket