Slapeloze nachten - dradige dagen die zich verlagen tot horizontale tegels
zonder iets toe te voegen aan mijn bestaan.
Gestrand in de grond onder mijn voeten die niet meer is.
Blootsvoets vaar ik verder kringen, schuimend scheer ik hoge toppen.
Stoppels soppend, hoekig schoppend.
Wispelturig hijgt zij in mijn nek
trekkend en rekkend - mijn spagaat splijt.
Nagels rijten oude wonden open
als de verticale sponden van mijn bed:
brug tussen twee werelden.