vaak meen ik je waar te nemen
een man op de fiets die
de hoek omslaat een
bos witte haren net
voor me in de wachtrij
van de supermarkt
die jas die jij ook droeg
de geur van
mattentaart bij de bakker
gezouten spek koffie
peperkoek
woorden die me aan
je stem doen
horen die
rustig
met me praat
kalmeert
val ik stil
weet ik
weer
niet
wel
jij
weg
komt
nooit meer
terug