Ik heb de jurk verwoest.
De prachtige koningsblauwe jurk
die ik laatst droeg.
Ik ben nu éénmaal een vrouw die niet gelooft
in wasvoorschriften.
in liefdesvoorschriften.
Zo schep ik
een ongelofelijke knoeiboel.
Dan zit ik uren te kniezen bij een jurk,
oneervol gereduceerd
tot ondraaglijke chaos.
Afgewassen koningsblauw.
Jouw afscheid in mijn armen.
Ik wist niet dat iets
verondersteld oneindig
zo gezwind taande.
Ik dacht na.
Welke kledingstukken bezat ik nog
waarin jij me zag?
Ik wil ze in de wasmachine stoppen,
kijken naar hun overlevingsdrang.
Kleerscheuren dragen we allemaal.