het stof waaruit
ze hem indertijd
hadden gevormd
smaakte sterk naar
verpulverde
vingers die zich
door de vliezige
scheidingswand
hadden geboord
om de zinloosheid
waarmee ze zijn
bestaan hadden
weggewist uit het
hoofd te praten en
uit te wrijven over
het gebladerte van
zijn verbleekte
eenzaamheid
daar
waar de vloek
onder de sterren
en een kwellende
ontstellende gedachte
in het brein van zijn
verloofde hadden
postgevat
totdat het gevoel
ooit veilig thuis
te zijn geweest
was opgeraakt
tussen de vuile
witte was