een brave man een nette vrouw loopt langs de weg
een bushalte wat verderop sliep rechtopstaand de vissers
van het ochtendgloren dragen op hun schouders hengels
hebben plannen weten waar de golven in het landschap zullen
breken waar de kleuren weer zullen verschijnen reppen zich
omdat de wormen in hun zakken kriebelen
ik strijk slechts met één vinger over glooiingen de rug
van heuvels haper niet de kerktoren heeft wortels en
het krieken frisse oren klokjes hangen neerwaarts drupt
de dauw weet dat zijn einde komt mijn schat gij liefjelief
de bloemblaadjes heb ik geopend en ik help nog wat
bij de geboorte van een dag die op je wachten zal
uit de reeks 'Majnun, het gebrabbel van een gek'