Goedemorgen en welkom bij deze ongewenste cursus,
Wij beginnen vandaag aan de Flaamse inburgeringscircus.
Wij mikken echt op totale assimilatie,
Wij noemen dat op zijn Flaams, integratie.
Hoofdstuk een, betreft de vlaamse taal,
Wij begrijpen al niks van ons eigen kabaal,
Dus ik stel voor om dit hoofdstuk te laten schieten,
Want zelfs van West-Vlaams kunnen wij niet genieten.
Wat betreft de communicatie en het gepraat,
Niet te positief in de toon maar meer gezaag,
En tijdens een wederzijds gesprek elkaar akkoord te geven,
Om uiteindelijk zelf een andere beslissing te nemen.
Hoofdstuk twee, de gezichtsuitdrukking,
Wij in vlaanderen zoeken met elkaar verbinding,
Door chagrijnig te kijken en wantrouwig te lijken,
Elkaar vaag te begroeten en oogcontact te mijden.
En zet zeker geen grijns op uw gezicht,
Anders verklaren zij u zot en sturen u naar een gesticht.
Hoofdstuk drie, Op het werk is het vrij eenvoudig,
Vergadering worden in de wandelgangen gehouden,
Bevoegdheden worden opzij geschoven,
En niemand is eindverantwoordelijk.
Dus wees nooit een held op de werkplek,
Harder werkers worden beschouwd als gek,
Anders moeten jouw collega’s een nieuw tempo aanleren,
En dan komt jouw eigen vakbond je op de vingers tikken.
Hoofdstuk vier, het gedrag in het verkeer,
Hoort agressieve te zijn met een anarchistische sfeer,
De vuistregel is dat niemand deugt op de weg,
U neemt altijd voorrang en de rest heeft gewoon pech,
In vlaanderen rijden wij alleen Audi, Benz of BMW,
Lager dan dat en uw buurman belt het OCMW,
Als een voetganger het gekke idee heeft om oversteken,
Moet hij eerst wachten dat alle auto's passeren.
Goed dat was het voor vandaag en hoop dat u hebt bijgeleerd,
De basis integratie van het vlaamse in u brein is ingegraveerd,
En volgende week beginnen wij aan hoofdstuk vijf,
Het gaat over hoogstaanden oer culinaire vlaamse recepten,
Geschreven voor 1831, namelijk de echte frieten en kroketten.
Silex
Kietelt de ballen van de Flaming.
Illustratie: Gustav Corbet, ‘Self Portrait (The Desperate Man)’, c. 1843–45