familiedroom verkleumt onder het ooit vlakke land
takken verkleuren geruisloos
witte vlokken druppelen op de woonwagen
haar thuis vergrauwt
de kilte flirt met woonwagenruit
in de sneeuw kleeft de geur van tranen
sierlijke tranen
twijfelsporen weerklinken
de stilte glipt langs de deur
tot haar verdriet smelt met wat overblijft