Voor een arduinen drempel lag een voetmat
met de letters W, E, L, K, O, M in een rooster.
Als een kikker keek hij naar haar op,
bewonderde haar voeten, maar daarboven
was het gissen naar haar buik en dijen.
Waren onder knappe kleren heupen minder
fors en borsten weliger dan werkelijk?
Na bezoek aan psychologen zat ze op haar dorpel.
Hij hoorde hoe zij zuchtte over ouders en haar broers.
Zijn vezels rilden mee. Haar gebogen hoofd
met fijngesneden ogen, neus en lippen glipte
alle nachten zonder zouten druppels dromen in.
Hem nam ze vast alleen om uit te kloppen.
Zij sloeg geen acht op hoe zijn vezels lagen,
wie op zijn voetstuk stond of wat hem zo bewoog.
Zij veegde slechts haar voeten aan hem af.
Hij versleet. Zij zag zijn letters kwijnen.
Toen zij hem een bak in keilde,
mompelde hij: 'Nog veel geluk.'