Volgende week ga ik naar de zee ...
Ik wil met mijn voeten in het water staan. Voelen hoe het zand onder mijn zolen verdwijnt.
Ik wil mijn verdriet weg wassen. Mijn verleden. Mijn gedachten. Mijn gevoelens. Wie ik wil zijn. Wie ik moet zijn. Ik wil mijn pijn verdrinken. Jou laten zinken tot de bodem van de zee.
Ik wil verdwijnen in de golven. Mezelf verstikken tot er geen lucht meer overblijft. Tot ik helemaal leeg ben.
Zonder belast.
Zonder angst.
Tot dat het zout alle gebroken stukken bijeen smelt en ik terug heel ben. Terug één ben. Terug genoeg ben.
Volgende week ga ik naar de zee ...
... en dan was ik mezelf weg.