terwijl we daar zaten
voor het eerst
de zwijgzame tijd
achteloos dichtpraatten
onze ogen
zacht zoenend
zich verzoendend
tot ze traanden
omknelden m'n handen
de huid strak gespannen
m'n stoel bij de randen
als lederen banden
smekend mij
te blijven dragen
in dit ene moment
waarin wij
geen einde kent