Mijn beste vriendinnetje was zot van paarden. Haar mappen en kaftpapier stonden er vol van. Tijdens de pauze galoppeerden we over de koer, met een springtouw rond mijn middel. Ik was het paard, want een echt kreeg ze niet. Paarden zijn duur en haar ouders waren maar gewone mensen. Onlangs zag ik haar terug. Ze liep over straat met een kat aan de leiband. Haar bovenste tanden stonden ver naar voren.