De koffie te heet, de melk te zuur
De suikerpot leeg, geen kruimel te vreten
De winkel is dicht, mijn ramen gesloten
Geen tijd om te lappen, de muur moet gewit
Een knorrende maag, een lekkende kraan
Aanhoudend geklaag, een giftig serpent
Moeder de vrouw, het gras staat te hoog
De tijd tikt gestaag, de was is niet droog
Het licht is kapot, de auto in panne
Het bad overstroomt, de eieren rot
De spiegel gebroken, het spek wordt niet gaar
Het gas uitgevallen, onuitgesproken
Daar Opa staat te staren naar de ganzen die vertrekken