Ik weet eigenlijk niet goed waar te beginnen met mijn verhaal.
Moet ik starten bij hoe ik me als kind altijd als een koekoeksjong voelde? Hoe als ik iets deed dat mijn ouders niet zinde zij zeiden dat ik op tante Hélène leek. En dat hoewel ik niet wist waarom dit duidelijk niet goed was.
Of moet ik beginnen bij die woensdagnamiddag, toen ik na school de trein nam om haar op te zoeken, die tante?
Maar ik kan natuurlijk ook achterste voren beginnen bij het ongeluk met de veerboot en de ruzie over de erfenis van tante Hélène toen mijn vader me een verraadster noemde.
Verhalen beginnen waar de verteller wilt dus ja misschien is het moment waarop ik mijn leven niet langer liet bepalen door wat mijn ouders van me denken wel een mooi begin.