er vallen betonplaten uit de lucht
terwijl de molen draait
de man met slijk smijt
ik mijn fiets de nek omdraai
waar ik nooit woonde
zijn de mannen naakt aan het werk
de nieuwe muur zal morgen droog zijn
ik duw mijn fiets van me af
niet elke kraan heeft een grote bek
maar deze eet de hele dag zand
lijkt daar spijt van te hebben
spuwt het weg tot berg
ik draag mijn fiets naar boven
vind een arm, een been, vingers