De steenbakkerij in Steendorp sloot enkele jaren geleden en werd daarna verkocht. De gemeente Temse heeft een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) laten opstellen voor herbestemming. De steenbakkerij ligt aan de Schelde, in stiltegebied, en is bovendien moeilijk bereikbaar vanaf de dichtstbijzijnde grote baan. Het RUP voorziet een KMO-zone en 150 wooneenheden op de site. Milieu- en burgerorganisaties pleiten om het toeristische karakter van de omliggende natuurgebieden en de Schelde verder uit te bouwen met een natuurcentrum of museum om op die manier de overlast van industrie te vermijden en toch jobs te creëren.
Waarom moeten we van een oude streekambacht gebruik/misbruik maken om dure appartementen en KMO’s in een ‘historisch kader’ in te plannen? Kunnen we niet simpelweg dat verleden koesteren in een stuk bos met een oude steenschouw als stille getuige? De bestuurders van Temse kunnen dan heel fier verkondigen dat ze het goede voorbeeld in Vlaanderen willen geven en resoluut de kaart van duurzaamheid en natuur trekken.
‘Alles kost geld’Neen, in plaats daarvan redeneren zij als volgt: “Alles kost geld. We hebben geen geld om open ruimte te creëren. Een privé-eigenaar – de steenbakkerij is privé-eigendom – kan onmogelijk opdraaien om zijn grond om te laten zetten in groene zone.” Uiteraard verpatst die ene eigenaar zijn grond maar al te graag aan projectontwikkelaars.
De gemeente Temse beweert met duurzaamheid en met andere factoren rekening te houden. Duurzaamheid wil zeggen dat je inzet op economie, milieu en burgerrechten in een evenwichtige verhouding. Duurzaamheid is dus geen kleine factor waarmee je rekening moet houden, het hele plan moet duurzaam worden opgesteld.
Burgers worden in de voorliggende plannen pas bij de bezwaarperiode gehoord, niet bij het opmaken van die plannen. Ook lichtte de gemeente Temse de inwoners zo laat mogelijk in. Twaalf dagen voor de deadline van de bezwaarschriften werd een infovergadering georganiseerd, de periode om die bezwaren in te dienen duurde ruim 2 maanden. Het is ook duidelijk dat de economische factor in deze herbestemmingsplannen doorweegt op de milieufactor, anders behoud je koste wat het kost de volledige aanwezige natuur binnen de omheining van de steenbakkerij. Die natuur is waardevol, ze grenst immers aan natuurgebieden. De steenbakkerij ligt ook in stiltegebied van de Scheldevallei. 32 KMO’s, 150 woningen en stiltegebied zijn moeilijk te combineren.
De gemeente Temse ligt in het Land van Waas. Veel boeren van Verrebroek en omgeving zijn slachtoffer van nieuwe natuur. Sommige stukjes landbouwgrond worden daar zomaar tot natuurcompensatiegebied voor de Antwerpse haven gekroond zonder dat de boeren iets mogen zeggen. Maar natuurlijk is het absurd te denken dat we voormalige industriezone zouden omzetten in natuurgebied, want “niemand heeft centen”.
Blijkbaar is er geld voor natuurcompensatie. Blijkbaar liggen er ook veel centen klaar voor natuurontwikkeling in de Scheldevallei. Wil het lukken dat Steendorp aan de Schelde en op een boogscheut van de haven van Antwerpen ligt! De steenbakkerij ligt tussen vijf natuurgebieden, waarom doen we hier niet aan natuurcompensatie? Nieuw natuurgebied tussen bestaande natuurgebieden brengt meer op dan een gebied ergens in een verre polder vlak naast de haven om te toveren tot een broedplek voor vogels.
Toeristisch knooppuntDe gemeente Temse heeft zijn redenen voor deze verkaveling: alles kost zoals gezegd geld en dit project zou geld moeten opleveren. En jobs. Als ik 10 dagen per week op café zat, geloofde ik dat. Maar wetende dat 80% van de Belgische KMO’s nul werknemers hebben, twijfel ik er sterk aan of dit project veel jobs brengt. Zo’n KMO-zone verplaatst ook gewoon de jobs van ergens anders. Een nieuw natuurcentrum of museum doet dat niet.
Men hamert er ook op dat er een groene buffer voorzien wordt en dat er een ‘toeristisch knooppunt’ komt. Licht- en geluidsoverlast van verkeer naar en KMO-activiteit op de site heeft wel degelijk impact op de omliggende natuur. Ook is een steenschouw onderhouden en een handelspand voorzien wat zwak qua ‘toeristisch knooppunt’. Maar goed, ze houden toch maar mooi rekening met alles.
Veel burgers zijn tegen bouwen op slecht gelegen locaties en tegen het in de strot rammen van alles-of-niets-plannen. Want dat zijn deze plannen geworden volgens de gemeente Temse. Ofwel komt deze herbestemming van de gesloten steenbakkerij er, ofwel niets. Er is geen gulden middenweg waarin de belangen van het schepencollege en betonboeren én de belangen van de inwoners hand in hand gaan. No doubt!
De vraag is ook wie er geïnteresseerd is in een gebied dat moeilijk bereikbaar is, ver van de dorpskern ligt en een mooi uitzicht over de Schelde heeft? En dat terwijl er nog meer dan 20 KMO-units in Temse leeg staan. Minister Schauvliege, grijp uw kans. Dit is een serieuze alarmbel. Maar natuurlijk heeft u blind vertrouwen in uw gemeentes (zeker die geleid door CD&V) en komt u bijgevolg niet tussen uit “opportuniteitsoverwegingen”. Het plan mag dus indruisen tegen uw beleid, u komt niet tussen tenzij de plannen indruisen tegen wettelijke regels. Kortom, op Vlaams niveau wilt u het lappendeken Vlaanderen terugdringen, op gemeenteniveau mogen ze alles doen, als het maar binnen de wet past. Leve de verkaveling in stiltegebied!
Gezien de commotie rond de nieuwe Vlaamse natuurkaart weten we dat de gemeente Temse niet de enige gemeente is die liever industrie dan natuur ziet komen. Telkens maar weer klinkt de verdediging ‘dat ze er al enkele jaren mee bezig zijn een industriegebied te plannen’, en dan hebben we toch liever snel nog die industrie dan natuur? Want eekhoorns en konijnen betalen nu eenmaal geen belastingen. De langetermijneffecten van industrie midden in de natuur en naast een dorp zijn toch voor later. Leve onze kinderen!
gepubliceerd op Apache: https://www.apache.be/gastbijdragen/2017/03/27/waar-open-grond-is-staat-een-huis/ © Apache