De steenbakkerij in Steendorp (Oost-Vlaanderen) sloot enkele jaren geleden en is daarna verkocht. De gemeente Temse heeft een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) laten opstellen voor herbestemming. De steenbakkerij ligt aan de Schelde in stiltegebied en is bovendien moeilijk bereikbaar vanaf de dichtstbijzijnde grote baan. Toch voorziet het RUP een KMO-zone en 150 wooneenheden op de site. Milieu- en burgerorganisaties pleiten ervoor om het toeristische karakter van de omliggende natuurgebieden en de Schelde verder uit te bouwen met een natuurcentrum of museum, om op die manier de overlast van industrie te verhinderen en toch jobs te creëren.
In een vorige bijdrage op Apache beschreef ik wat er aan de plannen voor herbestemming schort. Veel. Ondanks adviezen van Ruimte Vlaanderen werkt men niet in fasen, alles moet meteen volgebouwd worden. Dat wil zeggen dat van bij de start van de werken twee stukken van samen 4,8 hectare bos zullen verdwijnen. In het scenario dat men vervolgens geconfronteerd wordt met leegstand, zou dat extreem zonde zijn van de verdwenen natuur. En leegstand van deze nieuwe KMO’s is niet uitgesloten gezien de huidige leegstand aan KMO-units in de gemeente.
Concreet gaat het om twee waardevolle bossen die grenzen aan de beschermde natuurgebieden Fort van Steendorp, Roomkouter en het Gelaagpark. Helaas liggen deze bossen binnen de afsluiting van de steenbakkerij. Buurtprotest laait op en het agentschap Natuur en bos moet een kapvergunning geven.
Opmerkelijk is ook dat de steenbakkerij net buiten de dorpskern van Steendorp ligt, terwijl men in de plannen spreekt van ‘kernversterkende wooneenheden en KMO’s’. Op een informatievergadering zei de afgevaardigde van Interwaas (intercommunale die het RUP opstelde) dat die term eigenlijk ‘wat misplaatst is’.
Ondertussen zijn we drie maanden na die infovergadering en begint de druk van de bevolking groter te worden. Aan de gevels hangen spandoeken en affiches; de onvrede neemt toe. Toch blijft de kans bestaan dat de gemeenteraad de plannen goedkeurt.
Blunders
Wel, ik heb twee boodschappen voor de burgemeester en schepenen. Een: er staan volgend jaar gemeenteverkiezingen op het programma. Twee: als de opstellers van het RUP en de gemeenteraad beter naar de bevolking hadden geluisterd en hun onderzoek ter plaatse hadden uitgevoerd, zouden grote blunders vermeden kunnen zijn. Op de infovergadering had Interwaas geen kennis van de buizen uit de 19e eeuw die een verderop gelegen vijver met de getijdenwerking van de Schelde verbindt. Als je daar funderingen op bouwt, vernietig je die buizen en krijg je wateroverlast. Nog geen kilometer verder is hetzelfde gebeurd met de vijvers van de Vuurkouter, daar moest een pomp geïnstalleerd worden. Zoiets kost geld en is allesbehalve duurzaam.
In heel dit dossier is het enige democratische aspect het openbaar onderzoek – de periode waarin men bezwaar kan indienen – maar dat is een verplichte procedure. De burgervader klopte zichzelf op de borst dat de bezwaren ‘als een goede huisvader’ geanalyseerd zouden worden. Dat lijkt me niet meer dan terecht. Het had pas echt van goed huisvaderschap getuigd wanneer hij buiten de procedures om naar noden en opmerkingen van de bewoners had gepeild. Een bestuur waarvan de burgemeester al sinds 1993 aan zet is, moet vooraf toch aanvoelen dat een dergelijk plan op protest stuit?
Op de Roomkouter, een gebied met uitzicht over de steenbakkerij, staat een heropgebouwd drooghuisje van de steenbakkers met infoborden waarop je het volgende kan lezen: “De kleiontginning veroorzaakte ernstige littekens in het kenmerkende Wase cuesta-landschap.” Misschien moeten we daarom die restanten van de kleinijverheid voor altijd verbannen tot het verleden-op-infoborden en kiezen we nu beter om de zeldzame natuur in het Waasland te versterken. Bouwen kan op vrijgekomen gronden in industriegebied of in een dorpskern, natuur versterken kan enkel in natuurgebieden.
Lappendeken
Laten we de zaken scheiden. Ons landschap is al een lappendeken; het wordt tijd dat we historische blunders rechtzetten. Anno 2017 is een locatie tussen vijf natuurgebieden, net buiten een dorp, op vijf kilometer van snelwegen niet geschikt voor bedrijven. Zeker niet gezien de huidige leegstand aan KMO-units in de gemeente. De Steenbakkerij ligt trouwens naast de Scheldedijk; men zou dus beter inzetten op duurzaam fiets- en wandeltoerisme.
De geplande appartementsblokken zijn nog het best te omschrijven als ‘visuele vervuiling’: het kenmerkende Wase cuesta-landschap zal zijn uitzichten vanop het Fort van Steendorp naar de Scheldevallei verliezen. Ook de huidige staat van de steenbakkerij is zeer kritiek. De site is al een tijdje niet meer onderhouden. De passerende recreant kijkt nu al op een zwarte vlek naast de dijken van de Schelde, de komst van KMO’s zal het uitzicht niet verbeteren.
Een KMO-zone biedt ook geen meerwaarde voor de toerist en de natuurbezoekers, laat staan voor de natuur. Verschillende loodsen van de steenbakkerij zijn al afgebroken, of half afgebroken. Wat gebeurt er met het asbest in de daken en in de steenovens? Mogen we dat als burger misschien niet weten, met het stort in Sint-Niklaas in ons achterhoofd?
Laten we Steendorp op de kaart zetten als voortrekker in Vlaanderen, in plaats van te verzanden als meelopertje dat kiest voor de betonbelangen. Duurzaam wil zeggen dat we inzetten op burgerrechten, economie en klimaat zonder de toekomstige noden te boycotten. Een sterk uitgewerkt plan kan de lokale economie, buurtbewoners en het klimaat versterken. Leve onze kinderen (en de mensheid)!
Lees meer: https://www.apache.be/gastbijdragen/2017/06/15/waar-open-grond-is-staat-een-huis-2/ © Apache