Ik ben een kluizenaar. Ik hou ervan om in mijn kamer te zitten, met mijn sokken die mijn schenen aanraken als ik in kleermakerszit zit. Tot mijn rechtervoet gaat slapen en ik weer anders moet gaan zitten. Tot mijn hoofd te zwaar wordt voor mijn nek om hem te dragen. Of tot mijn rug schreeuwt voor verlossing. Lezend, film kijkend of idee op schrijvend.
Maar dit is romantisch opgeschreven. Vaak bestaat zo'n dag thuis uit youtube kijken al zoekend naar een nieuwe video. zoekend naar een nieuw medium dat zogenaamd mijn nieuwe inspiratie moet zijn.
Kijkend naar de mensen waarbij het wel lukt om hun ideeën uit te werken tot creaties.
Ik loop vast door al het vergelijken met andere en hun creaties. Ik wil van alles, maar het werkt uit tot niets.
Wachtend leef ik, wachtend op een hele lange wachtlijst. Wachtend tot ik langzaam mezelf in de spiegel zie veranderen. luisterend naar hoe mijn stem steeds nieuwer gaat klinken. Dat mijn stem mij niet meer verraad. Dat ik daar niet meer over na hoef te denken. Dat ik mezelf ouder zie worden en dat ik eindelijk niet meer stil sta.
Maar tegelijkertijd ben ik bang, bang voor dat ene dat niet meer ongedaan kan worden gemaakt. Wat als ik straks in die spiegel kijk en ik diegene niet meer herken? Dat mijn stem niet meer herkend wordt aan de andere kant van de telefoon. Maar ik weet dat ik deze stap nodig heb om te kunnen groeien. Om verder uit te kunnen zoeken wie ik ben. Om me te kunnen uiten als wie ik denk dat ik ben. Om die snor te kunnen groeien.
Het is tijd voor mij om te dansen. Één worden met mijn lichaam op het ritme van de muziek. tijd om al de niet op tijd uitgewerkte ideeën maar tijd te geven. Tijd om toch nog die puberjongen te zijn. Ik wil niet meer dat meisje zie in de spiegel of dat meisje horen als ik praat of lach.