warrig
in de war vertoefde ik meer dan eens
somtijds wist ik het, somtijds niet
dan ratelde ik, vermoedelijk zichtbaar
ontplooide ik mijn innerlijke strijd
ik meer benepen zonder weten wilde
ontknopen die draad vernestelde zich
in mijn ziel zijn haak pijnigde me
weer daar waar ik herweten wilde
waarom hakige verleden net vlieste
beelden als storm voor mijn lens
me kleurden onhoorbaar afwezig
mijn weten streed voor een plaats
in draden verwonderd steken als
kruisjes vergat ik nooit als dwingend
toen kinderlijke verwondering me
werd ontnomen stof was te klein voor
grootse dromen mijn deel vergat ik er
mijn tenen toen al lang voor onrecht
die haak het leeuwendeel vond me
toen ratelde ik onzichtbaar wist ik
in de war even vertoeven misschien
toch wat te lang werd strijden die
draad in verknoping toen waardig
ontknopen kon als mijn beelden
in storm mijn netvlies onhoorbaar
weten werd op vandaag tot somtijds
warrig ratelen om toen ik in stilte
mijn leeuwendeel liet mijn kruisjes
om strijd zichtbaar stak kinderlijk
streed om verwondering al was
stof te klein voor dromen ook toen
krulden mijn tenen voor onrecht