waterkringloop

10 jun 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

(Wanneer tranen loskomen wil niemand missen.

Als stalactieten ontvallen ze intriest hun irissen.)

 

De wichelaar, vaak een dode tak, snuistert

Rond naar woonplaatsen van grondwater,

Vist met luisterende oren het ritme op

Van het ruisen dat van sierbloemen

Het verlamde onderlijf hermetisch wast;

Gevlochten binnen glazen of glazuren urnen,

Drijvend in een troebel verdrietig zoemen.

 

Boomwortels wijzen aan waarvandaan ze aftappen.

Hun reeds kalende kruinen ontberen vocht

Of vloeistof. Zij bidden dat overdrijvende

Wolken in hun donzen broekpakken plassen.

 

Een tuinman met gieter in de hand probeert

De maat aan te houden. Elke druppel plenst

Georkestreerd. Onder tekorten aan vocht

Verwelkt het hout de stengel het blad de bloem.

 

De tak glinstert in het zonlicht.

De bron bekent haar schuilplek

En zal worden als jonge waterput gemolken.

Het lot van alles wat ontaardt wordt,

ligt al te vaak in nutsvoorzieningen.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

10 jun 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket