In de spiegel kijkt
een andere ik terug.
Met gevoelens
een lach
een snik
een rillend persoon
of vurige ogen.
Maar toch zonder ziel
sijpelt het eruit
ik zie haar
kijk ik in andere ogen?
Met droogte doorlopen
zou ik willen
erin te springen
waarbij ik verlost word van de grond.
Naar die zielloze wereld
observeren en proberen
dan smelt ik in het glas
en druppel weg.
Maar als niemand in de ogen kijkt
kijken de muren terug.