Gebruikersnaam Ayla
Ik hou van samen zijn en schrijven, later wil ik dichter, schrijfster, actrice, imker of presentatrice worden.Het klimaat en de discriminatie boeien me veel, en ik wil er ook iets aan doen, en dat, hopelijk met taal!
Alles wat heel isgaat toch ooit stuk zo brak ik op een daghet geluk iedereen kreeg een heel klein stukjeen zo vond ik uit:het klein gelukje en als je dát nog eens in tweeën breekt, dan heb je gewoon een kleiner stukje
Elke dag duw ik de wolken op hun plaats en zorg dat ze in geen gevalnaar beneden kunnen vallen terwijl ik met mijn handen met vliegtuigjes speel verschuif ik de zon met de toppen van mijn tenen en met mijn andere voetverschuif ik de maan ondertussen blaas ik de wolken verderde bijen uit koersen de bomen om soms moet ik nog regenenof de zon wat harder zettenwegduiken voor rakettenkometen soms mis ik hetom klein te zijn
Ik schrijf een gedicht En jij, jij leest het Ik heb je misschien nog niet gezien Maar jij kijkt in een gedachte van mij Het zou leuk zijn moest je lachen of het voor willen lezen Maar dan klopt het niet meer Dus lees maar gewoon verder tot het einde Het einde
Als ik moet schuilen voor mijn regen denk ik alvast aan jou
Een klein gelukje vang het koester het geef het aan een bedelaar
Een klavertje vier? dat hoef ik niet ik heb jou zonet gevonden
denk ik somsdat het nooit eindigt omdat de regen nooit het einde wasmaar wat als de zonneschijn nooit voor mij komt opdagen? in boeken eindigt het met zonneschijn na regenmaar mijn leven is geen sprookje misschien komt er geen puntmaar een vraagteken achter de zin wat als mijn boek geen achterflap heeft?dat mensen me uit het wilde weg lezen-misschien zelfs halverwege stoppen- ik heb nooit gedacht aan mijn laatste zinmisschien was -ie er wel maar is hij nat geregenden weggespoeld daardoor
Vandaag is morgen niet, zei ik gisteren ik hoopte op zonsondergang en kreeg 'm pas lang na ochtenddauw de wolken van gisteren hebben de zon eens roem geschonken de regen van gisteren ligt nog in zijn plassen soms laat de wind van toen mijn haren opwaaien voor een korte dans maar soms ligt hij erg stil, zwijgt als het graf dat gisteren is vandaag blijft gisteren en juist daarom is vandaag zoals het werd geboren
De laatste golf de laatste bries de laatste vlam de laatste schudding een laatste traan een laatste zucht een laatste woede een laatste smacht het laatste lied de laatste zin het laatste woord de laatste letter de laatste kus de laatste knuffel de laatste zwaai de laatse knipoog de laatste keer dat ik zie vertrek naar het volgende begin ik laat mijn eerste einde achter me ik vang een nieuwe wereld open stil mijn ogen zonder jou als ik ze sluit mijn ogen dan ben je er maar het is een laatste keer dat je naar me lacht Voor mijn klas die uiteen splitst omdat we naar het secundair moeten.
Pluk de dag de wind en de zon die ene druppel uit de lucht pluk het levenhet ei dat nog moet leren vliegenhet gras dat hooptooit een boom te zijn pluk de wolkendie sluieren boven de lucht en golven slagen in de wind pluk de dag de wind de zon en alles wat je niet laten kon!
Weg weg voor je neushuppelt het weg het laat angstaanjagendezenuwslopende verbitterende voetstappen na op jouw zee het zout druipt nog na op diens voeten Je ziet dat de tenen zich krulde tijdens looppas de golven wissen de sporen bijna tot aan de horizon wandelen de afdrukken de horizonjatot daar ditis weg het lijkt alsof de golven bergen boetseren het zout daalt neer als sneeuw op de kruin dit is weg het voer over jouw zoute zee peddelde het water naar het noorden om in het zuiden te verzuipen maar die berg die je hindert Kan toch ook een heuvel zijn?
Je herkent het vast wel, iedereen heeft het al eens gehoord: "Tja, het leven is niet eerlijk." Wel, wat je dan moet antwoorden is niet zo moeilijk, of lastig. Antwoord gewoon: "Ja, het leven is niet eerlijk, maar je kunt het wel zo eerlijk mogelijk maken!"
De mokerslag is geslagen het vuil zweeft door de diepgaande lucht de wind zucht een laatste bries de zee slaat een laatste golf de aarde schudt een laatste beving het vuur knettert een laatste vonk De mokerslag is geslagen de strijd wordt een eeuwigheid gestaakt daar liggen legerkampen in hopen puin en koude as halfdode soldaten kramen oorlog uit maar ergens is hun laatste wens de vrede De mokerslag is geslagen waar een ouder een kind zoekt sluit een kind zich in ijzeren boeien zijn armen en laat enkel smachttranen na op moeders schoot daar schiet het kogels -gemaakt van niets en scheldwoorden- de wereld in en rond De mokerslag is geslagen het waterpeil zakte tot een bezande kust het wier streeft naar de zoute zee daar smacht een vis naar haaientanden en daar smacht een haai naar visnetten op de zoute bodem danst het zand een tango met de wind verlangend naar de laatste pas op een rots die vroeger uitstak boven golven smacht een meeuw naar zijn laatste lied De mokerslag is geslagen ergens begint het opnieuw want alles biedt een opnieuw al is de mokerslag nog niet geslagen al is opnieuw nog niet voltooid al is het er nog nooit geweest een mokerslag slaagt men soms zonder hamer maar wordt ook verbonden met een Lang en gelukkigheid
Als al het donker doofde zagen we pas echthoe ogen kunnen huilenen tranen kunnen stromen in lichte duisterniszo zou alles zijn als al het donker doofdeklaarde alles op dan werden we verblindtdoor wat duisternis te bieden heeft
Een legewitte muur met verf overgedachten gegleden al de grove bergenverticale heuvelsverstopt achter pleister met verf overgedachten gegleden hoe diephoogruw geen enkele gedachtekon ontsnappen door het stopcontact een legewitte muur
Kon ik dat woord maar eens horen al is het een ijle fluistering die mee danst met de wind en mijn oor met een zucht verkent doordringt tot mijn gedachten en mijn gevoelens berispelt dat dat woord door me ruist me laat tintelen genieten van het leven kan ik dat woord één keer horen? oprecht en verzoenend met het verleden dat pal voor me staat zou je het eens kunnen fluisteren? de letters na elkaar als snaren bespelen? tot de muziek zich nestelt in mijn eeuwen? zou je me het eens kunnen laten horen? al zegt het orgel het op mijn begrafenis zeg het eens één keer alstublieft zeg eens één keer: bedankt
Dieptediepte in de ogen waar je in verdrinken kuntwaar je naar die ene laatste zucht smakt Daar waar jou even diepe ogenhun dieptes zich verkleinenen verkleinenen verkleien Zo zink jeje zinktnaar hogernaar verderbetogen onrust Zo stijg jenaar diepernaar dichterbelogen rust daar in die diepteis het zwarthaast wit en verder beloofdkan het niet diepermaar als wit als zwartkan bemaskeren kan beloofd bedrogspelen zo kan het dieperhogersteiler lagergroterschuiner de bodemis de oppervlaktede oppervlakte is het begin van niets het duurtnog een allestot je bij nietsverniksttot alles dan stopt nietsdan eindigt alleen het verlaten zijn maarniets heeft een einde
Hoe de maskers hoofden verbieden hun lach te tonen Als het verbiddelijk was om ijdel te pronken Was het wel carnaval En als karren de kleuren niet konden beperken Was het wel zo'n stoet Het was wel zo Het was met elke kleur die we niet konden zien Het is wel zo Carnaval
Vlieg vlieg in het duister Vlieg de horizon achterna Tot waar het licht Haar stralen beschijnt Vlieg Vlieg tot de toekomst Die je met elke vleugelklap Tegenkomt Vlieg Vlieg naar het vergeten verleden Omdat geen vleugelklap Onthouden word
Ik schilder een koe in de wei met een ondergaande zon de koe eet van de grasjes rustig in de wei stap voor stapgaat zij verder ze springt over het hek oh, nee ze is gaan lopen!En het is nacht ook nog oké dan zie hierdit is dan mijn schilderijgewoon een lege koeienwei
Gevangen in onwetenheidalleen zijnen verschillengevangen inhet nieuwedat je zelden kuntbedwingengevangen inhet denkenover het denkenover het willengevangen inde celwaarvan uw eigen handenhet slot hebben gesloten.
Nog nooit heeft iemand mijnhart gestolenwant ik leefik leef in bergenen dalenin zinnenwoorden woorden om in te verdwalenverdwalen inde hoge toppende bergenzoekend naar het paddan zegt de verdwaalde: "Je bent mijn hartendiefje"dan zeg ik:"Helemaal niet, Ik leef"
Wie ben ik?Een vraag ja het is een vraag. Wie heeft er ooit zo over nagedacht? Over een vraag?Ik. Ben ik het denken over een vraag? Ergenszal de vraag wel stoppen.Stop ik dan?Of is het denken over vragen?Ben ik dat?Maar wie denkt er?Ik. Wie ben ik?
Geloof geloof in een goede ziel vertrouw vertrouw meer in de gelijke ziel dan je eigen bloedeigen ziel die meer gelijkt dan je zielsverwant juist het andere juist in wat dat jij niet bezit vertrouw je in de goede of slechte dingen want net het gevoel van anders zijn onwetenheid of ontbrekingen zijn vertrouwen vertrouwen in een andere ziel
Ssst ik hoor iets ik hoor geruis van slaap in dag en wakker in nacht Ssst ik voel iets ik voel een warme adem in mijn nek Ssst ik zie iets ik zie twee lichte ogen die me willen zien Ssst ik ruik iets ik ruik een walm van griezel die wilt Ssst ik proef iets ik proef mijn deken opgekauwd in mijn mond Ssst ik hoor iets ik hoor het piepen van een bang kindje Ssst ik voel iets ik voel de klink van de slaapkamerdeur Ssst ik zie iets ik zie een kindje bibberend onder de dekens Ssst ik ruik iets ik ruik angst puur en dichtbij Hmm ik proef iets ik proef een lekker mals kindje vers van de pers
Ik ken jou maar je lach niet ik vind jou maar je geest niet ik roep jou maar je naam niet ik pak jou maar je loopt niet ik laat jou maar je zucht niet ik voel jou maar je huid niet je laat me maar ik jou niet
Flapperend tot die dunne, dunne tak hij kraakt niet nee als een onverschrokken koorddanser springt hij heen en weer zijn web van takken geweven koorden van koord tot koord van boom tot boom probeer het maar eens niet zo gemakkelijk hoor talentendiertjes zijn het die vogels
Zijn rode borst zo fier Staat hij statig op een tak waar hij de wind hem laat pluimen Hij fluit eens naar de vrouwtjes En vliegt ze achterna Het bos in naar de boom Daar gaat hij statig zitten Strijkt zijn veren allermooist Tot hij weer statig opkijken kan Dan is ze alweer weggevlogen
gekrulde lippen grauwen grove woorden de woorden waren stil zo stil dat het oorverdovend was de woorden waren zacht zo zacht dat het hatelijk werd zo'n kalme uitgesproken lippen dat het verwrongen werd elk teken van liefde is een tegenwerking geen troost maar een vraag naar begrip die meeleven in gevoelens die geen gevoel kunnen waarnemen gevoelens die niet kunnen zeggen: ik ben...
Verloren in het lopen lopen in het verloren als een dansende verloren als een verloren dansende verloren in ogen ogen in verloren
ik zoek je maar ik kan je nog niet zien als een schaduw verdwenen nooit gezien in een ergens ik zoek je in het leven op zoek naar een eindeloze uitweg Ik zoek je maar mijn geest gewillig te weten wie? nee ik zoek je maar nooit zal ik weten dat jij het bent ik zoek een gelijke ziel een gelijke geest
De klok tikt mijn hart bonst De moed is nog niet thuisgekomen hij staat nog in de straat De vogels blijven zitten pikken aan zijn voeten Maar hij blijft staan de stilte is oorverdovend In mijn deuropening sta ik Ik kijk naar moed moed smelt en zakt en valt maar Hij is een plas gesmolten moed op de straat Zijn ogen zien me niet meer maar hij is nat en doorweekt GESMOLTEN
mijn ogen zijn gesloten achter mijn ogen zit jij dicht getimmerde ogen die geen traan kunnen vertonen met de harde hand sloeg een harde hamer de spijkers dieper jij achter mijn ogen laat me dingen zien maar achter mijn ogen zie ik niets behalve wat jij achter mijn ogen toont
In de spiegel kijkt een andere ik terug. Met gevoelens een lach een snik een rillend persoon of vurige ogen. Maar toch zonder ziel sijpelt het eruit ik zie haar kijk ik in andere ogen? Met droogte doorlopen zou ik willen erin te springen waarbij ik verlost word van de grond. Naar die zielloze wereld observeren en proberen dan smelt ik in het glas en druppel weg. Maar als niemand in de ogen kijkt kijken de muren terug.
Drijf vaar weg wel "drijf weg! vaarwel!" door die kleine smalle rivier tussen ons samen wezen elke brug erover zal zwak wezen zwemmen is meegaan met het water en verdrinken tussen ons samen wezen