In De Standaard heb ik met veel interesse een commentaar stukje “Een vrouwenuurtje misbruiken om goedkoop te scoren”, getekend Inge Ghijs, gelezen.
Haar redenering schaadt vrouwen eerder, duwt en behoudt hen in een slachtofferrol, eerder dan te streven naar gelijkwaardigheid of empowerment. Dat we vrouwen opnieuw achter slot en grendel gaan steken – dat vrouwen zichzelf achter slot en grendel gaan steken, dat is wat ik begrijp uit het opiniestukje.
De adjunct-hoofdredacteur schrijft of de lezer ooit gehoord heeft over vrouwen die getraumatiseerd zijn na seksuele intimidatie of over vrouwen die zich vanwege hun uiterlijk meer op hun gemak voelen als er geen mannen in de buurt zijn. Het is de lezer onderschatten. Op de eerste vraag kan ik al antwoorden: ja, ik ken een vrouw – maar ook een man – die seksueel geïntimideerd zijn. Op de tweede vraag kan ik volmondig antwoorden dat ik ook vrouwen ken die zich niet zo goed op hun gemak voelen wanneer er mannen in de buurt zijn. Maar is het antwoord dan dat we vrouwen moeten ‘opsluiten’, afsluiten of uitsluiten van de maatschappij waar ook mannen aanwezig zijn? Eigenlijk neemt zij de verdediging van safe spaces op. Maar in de maatschappij zijn nu eenmaal ook mannen en gelukkig beantwoorden de meeste mannen niet aan het profiel van mannen die zij beschrijft. Want, wees eerlijk en scoor ook niet goedkoop: kan ze zeggen over welke mannen het gaat? En doet zij hier eigenlijk ook niet aan etnisch profileren?
Het doet me denken aan de heisa rond Sabrine Ingabire toen ze zei dat ze zich ongemakkelijk voelt in een restaurant met alleen maar ‘witte’ mannen of Dalilla Hermans die schrijft dat ze liever geen columns leest die geschreven zijn door ‘witte’ mannen, of Rachael Moore die bij hoog en laagt zweert dat ‘witte’ homomannen nooit iets gedaan hebben voor homomannen van kleur. Fleur Pierets zegt dat ook.
Persoonlijk heb ik er geen problemen mee dat vrouwen aparte fitness of zwemuren krijgen. Het ontwricht de gang van zaken in mijn leven niet en de meeste burgers liggen hier evenmin wakker van. Maar het stelt andere fundamentele vragen die het samenleven in een openbare ruimte aanbelangt. Want dan moeten we, om apartheid en segregatie tegen te gaan, wel eerlijk zijn en niet goedkoop scoren. Iedere identiteitsgroep mag dan onder dezelfde voorwaarden de openbare ruimte opeisen net zoals de vrouwen die een uurtje apart willen fitnessen of zwemmen. Wat gebeurt er dan nog van een samenleving – het woord zegt het toch zelf, toch, ‘samen’ (= verbinden)? Moeten we integendeel mannen en vrouwen niet eerder sterken in gelijkwaardigheid in plaats van in gelijkheid? Ik herhaal: ik heb helemaal niets tegen aparte uren voor vrouwen (of andere groepen, mannen bv. of mensen met overwicht) maar geven we hier niet een verkeerd signaal? Blijven we vrouwen – en bij uitstek andere minderheidsgroepen – dan niet verbergen en in (valse) veiligheid zetten, apart zetten dus, zonder hen te versterken en de realiteit van de wereld te laten zien? Waar is empowerment in het zich afzonderen in safe spaces? Is het tenslotte niet de taak van een samenleving, van ons allen, u en ik, om aan de rest van die boze wereld te laten zien dat vrouwen gelijkwaardig zijn? Doen we dat door aparte openbare ruimtes te voorzien?
De redactrice schrijft dat er een identitair debat aangegrepen wordt, maar dat is het al van in het begin. Dat idee heeft het debat al ingehaald. In de identiteitspolitiek zijn man zijn en vrouw zijn achterhaald en moet genderfluïditeit vooropgesteld worden. In ons – want het is van en voor ons allemaal – zwembad kunnen we ook denken aan genderfluïditeit: een man die zich vrouw voelt, die nog steeds de fysieke eigenschappen heeft van een man maar die zich in sommige situaties eerder vrouw voelt, wat doet de schrijfster van het commentaar stukje met deze persoon? En wat met transmannen en transvrouwen? En gaan heterovrouwen zich nog veilig voelen wanneer een lesbische vrouw een seconde te veel zal kijken? En last but not least: wordt het hele zwembad dan afgesloten met een soort van zeil want vanop een nabijgelegen brug heb je wel inkijk op het hele hebben en zijn van het zwembad.
Ik denk niet dat er veel mensen zijn die moeite hebben met diversiteit, integendeel. De identiteitspolitiek en de woke-waanzin echter vernietigen diversiteit: zij gebruiken en misbruiken sociale media of het debat om andere mensen ideologisch de les te spellen en zijn zelf niet in staat kritisch of empathisch te kijken naar de wereld. Conformisten zijn bang om een foute mening te hebben dat ze niet meer in staat zijn om na te denken en te kijken naar de andere kant. Integendeel, cancel cultuur en safe spaces die de adjunct-hoofdredacteur allicht genegen is, getuigen van hun vervreemding ten opzichte van de wereld waarin wordt samengeleefd en verbonden.
Het lijkt op goedkoop scoren, ja, om mensen in woke-waanzin en met kleppen op de ogen voor diversiteit tegen elkaar op te zetten zoals het commentaar dat weergeeft. Dat is inderdaad een pak makkelijker dan mensen met elkaar te verbinden. Haar commentaar werkt in elk geval niet verbindend en ik kan alleen maar betreuren dat feminisme anno 2021 onder het juk van dergelijk commentaar en de algehele woke-waanzin en politieke correctheid het eigen doel mist, vrouwen in hokjes duwt en hen vraagt zich te isoleren, te vervreemden van de maatschappij en hen vraagt om alleen te spreken in safe spaces en dus zo segregatie in handen houdt. Door identiteitsgroepen en identiteitsdenken leg je het debat zélf het zwijgen op, sterk je vrouwen niet en ben je als woke-feminist(e) deel van het probleem. Ik had nooit gedacht dat DS daar in mee zou gaan.
Nu goed. Ik ben een grote voorstander van de vrije meningsuiting en ik respecteer haar mening. Iets wat niet altijd van de wokers gezegd kan zeggen. Ik wil hier gewoon een weerwoord schrijven, een andere visie delen vanuit universeel perspectief.