Op het einde van het weekend worden voetbalstanden
gelezen, traag en monotoon. Er is niet veel spektakel.
Het is zes uur. De onrust van het huis dwaalt neer
in alle hoeken. Het voelt de nood en kille ruimte
vol vergeten stof, een vuile sok onder de zetel,
pinda's. Hij kan zichzelf opnieuw bijeen dweilen :
straks hangt hier de geur van lijnolie. Zijn handen
zullen zacht zijn, de kousenvoeten ongehoord.
Als hij nu verstoppertje kon spelen, bleef hij weg.
Nooit zwijgt de leegte helemaal, de echo komt altijd
terug. Als wedstrijd zonder winnaar. Hardnekkiger -
lijkt het wel - en luider klinkt het wegsterven.