Liefste Vlaming,
We kennen elkaar al heel lang.
Dat maakt het schrijven van deze brief niet gemakkelijker…
Maar het is tijd. Het is nodig.
Men zegt dat de eerste stap naar herstel is, toegeven dat je een probleem hebt. Dit is mijn bekentenis.
Ik ben sporadisch een racist, bekrompen, klein denkend, bevooroordeeld, geen feminist, denker in stereotiepen,… En zoveel meer.
Ik zou geen van dit alles willen zijn. Ik zou willen dat ik het niet ben. Of doen alsof ik het niet ben. Maar willen en kunnen is niet hetzelfde.
Men steekt graag pluimen in eigen gat. Ik ook. Deze pluim is de pluim van ‘ik doe wel mijn best’ of ‘ik probeer’! Maar één pluim in mijn gat, maakt me geen prachtige pauw om fier op te zijn. En fier op mezelf, dat ben ik zeker niet. Of misschien wel een klein beetje. Want zonder wat fierheid is een mens geen mens. En het moet ook menselijk blijven.
Waarom ben ik al deze dingen, vraag je je misschien af?
Eén woord. Een simpel woord. Doch bijzonder complex.
Weerstand.
Weerstand voor wat anders is, nieuw, gecompliceerd, vreemd, ver van mijn bed, out of my comfort zone,…. Ik voel het vaak helemaal in het begin. Het is daar dat weerstand het grootste effect heeft. Ik voel het opborrelen in mij, beginnend in mijn buik en snel verspreidend over mijn hele lichaam. Voor ik het weet, zit heel mijn lijf er mee vol. Van mijn kleine teen tot het puntje van mijn oor. Het laat amper ruimte voor iets anders. Het vult alles tot in de kleinste hoekjes.
Ik geef je een voorbeeld. De zwartenpietenheisa. Misschien een oude koe... Maar eentje die elk jaar rond 6 december uit de gracht gehaald wordt, opgesmukt en opgepoetst, volgehangen met argumenten en frustraties, langs beide kanten.
Toen ik er de eerste keer over las, borrelde er weerstand in me op. Langzaam maar zeker. Wat is het probleem? Het is al jaren zo! Ik heb er als kind NOOIT iets slechts in gezien. Het is toch niet zo bedoeld? Waar maakt men zich druk over! Ik voelde mijn ogen draaien in hun kassen. Van links naar rechts. Maar nog voor ze de andere kant hadden bereikt, hield ik ze in het midden tegen.
Wacht eens even… vroeg ik me luidop af. Mijn ogen focusten zich weer. Terug naar wat belangrijk was. Terug naar het midden. Om neutraal naar links en rechts te kunnen kijken.
Ik besloot verder te lezen. Verder dan mijn neus lang was.
WAAROM? De vraag die ik zo vaak stel, en toch nog te weinig.
Waarom kan iets als een ‘traditionele’ zwarte piet tegenwoordig niet meer door de beugel?
En waarom had het eigenlijk nooit door de beugel mogen kunnen?
Er werden de laatste jaren al veel argumenten aangehaald. Interessante argumenten. Die gingen over dingen waar ik nog nooit over had nagedacht. Omdat ik daar dankzij het privilege van mijn witte huid nog nooit over had MOETEN nadenken.
Ik voelde me op een bepaald moment vreemd. Schuldig. Hoe had ik hier al die tijd blind voor kunnen zijn? Dit gevoel hield me zelfs even tegen om verder te gaan. Verder gaan betekende toegeven dat ik fout was geweest. Maar het draait op dat vlak niet om juist of fout, het gaat om bijleren. Durven bijsturen. Openstaan voor nieuwe info. Het gaat meer over de toekomst dan over het verleden. Maar zonder verleden is er geen toekomst.
Al mijn weerstand ebde weg. Of beter gezegd: veranderde van kant. De weerstand bleef maar kreeg een andere invulling.
Plots werd de vraag: waarom doen we dit NOG ALTIJD?
Hoeveel moeite kost het om snel wat zwarte strepen op je gezicht te verven, versus heel je gezicht zwart te kliederen EN je lippen rood te stiften EN gouden oorbellen te zoeken EN…
Lieve Vlaming, laten we even eerlijk zijn. Roetpiet is véél minder werk dan zwarte piet. Gemakkelijker voor iedereen, toch?
Gaan kinderen er last van hebben? Gaan wij er last van hebben? Heel eerlijk? Nee.
Zolang er iemand cadeautjes brengt en gek in het rond springt, is iedereen blij.
Wanneer er geen goede argumenten zijn om iets aan te houden, kunnen we het dan niet gewoon veranderen? En kom niet af met ‘het is altijd al zo geweest’ ‘het is traditie’. Dit zijn lege hulzen zonder inhoud. Dat weet je diep van binnen eigenlijk ook.
En? Voel je het al borrelen? Wordt het zwart voor je ogen? Neemt weerstand het over?
We voelen het zo vaak opkomen maar hebben niet geleerd om er mee om te gaan. Het vraagt moeite om er tegen in te gaan.
Het is veel gemakkelijker om er in mee te gaan.
Daarom neemt weerstand het over. Maar weerstand omwille van weerstand, kan nooit een goede motivatie zijn.
Ik kan veel voorbeelden aanhalen. Veel situaties, onderwerpen, thema’s. Van andere mensen maar ook van mezelf. Ik denk dat veel Vlamingen dit herkennen. Dit ervaren. Als ze heel eerlijk zijn. Maar het is niet gemakkelijk eerlijk te zijn, zeker niet tegenover jezelf.
Ik schrijf dit omdat ik vind dat ik het moet delen. We praten er te weinig over. Weerstand is menselijk. Initiële weerstand hoeft geen probleem te zijn. Het gaat er om wat erna komt. Om wat JIJ met die weerstand DOET. En niet om wat de weerstand met jou doet.
Stil staan bij jezelf, je eigen reactie wanneer iets binnenkomt. DAAR moet je al ingrijpen. Het is die eerste, prille weerstand die je meteen in de kiem moet smoren. Voor hij uitgroeit tot een grote, weerbarstige boom met zo’n diepe wortels die door eender welke wind van eender welke kant niet meer omgewaaid kan worden. Ook al zou hij dat zelf soms stiekem willen. Heel stiekem.
Ik schreef het eerder: de eerste stap, is toegeven dat je een probleem hebt.
It’s a small step, but many small steps from many people can become one giant leap for humankind.
Veel liefs,
een mede-Vlaming