Moest het me bevallen, die aanblik van je die je de dag door op je gezicht schrijft -
Maar dat doet het niet en ik kruis het verwonderlijke ervan af
Hier heb ik dus patent op
Iedereen de moed in de schoenen te kijken
Een blijk van lichte vervreemding in ons langzame sterven, dus nu zorg ik
Voor jou voor jou, ik red het wel met mijn zogenaamde ademruimte
Waarop de kwestie van niveau naar niveau deint, vrijwel onmiddellijk:
Misschien vergeet men ooit wel het idee van communicatie, ik hoop het
En blijft er alleen de herinnering aan spreken over
“Ik heb ooit nog gesproken” kunnen we alleen maar denken
Ik werd nota bene fantasierijk genoemd