‘Auto,’ riep ze en verschoof haar groene pion zeven plaatsen verder. ‘Hoezo, auto?’ vroeg ik verbaasd. ‘Ja, auto. A-U-T-O’. ‘Oké oké, al goed. Toch kan ik het niet echt goedkeuren. Mijn beurt’.
Ik gooide de drie dobbelstenen op het speelbord. Er waren in totaal 25 vakjes, elk voorzien van een willekeurig getal tussen 23 en 74.610 en waarin een patroon te vinden was. Tussen enkele cijfervakjes had je zes klinkers van het alfabet, de letters F, L en T en de tweeklanken UI en OE. Er waren maar drie kleuren : geel, groen en paars. Eén vakje had de enige kleur appelblauwzeegroen. Ik telde het aantal stipjes van de dobbelstenen op, dat was 15 en ik schoof mijn pion drie vakjes verder. ‘Weerspiegeling’ zei ik. Ik voegde er ‘scheerapparaat’ aan toe.
‘Hmm,’ gromde ze. ‘Goed gespeeld’. Ze nam een slok van haar limonade. ‘Niet slecht, die nieuwe limonadesmaak, maar ik zou het toch minder zoet maken’. Iemand die Tina heette, had voor iedereen wat limonade gemaakt en testte deze op de bewoners van de residentie uit. Volgende maand ging haar café open en ze wou uitsluitend zelfgemaakte drankjes serveren, buiten Duvel en Kriek gerekend. Het bier kocht ze aan bij een lokale brouwerij en de koffie was Fare Trade.
Mijn vriendin gooide een totaal van vier stipjes, schoof haar pion negen plaatsen verder en zei : ‘Slokdarm! Ik heb gewonnen!’ Ik moet toegeven dat ze slim was in dit spel. Ze berekende haar score en kwam op ‘De verwarming staat veel te hoog’. Jij hebt ‘Ze moest de kat nog uitlaten’. Ze onderstreepte met vastberadenheid haar score. ‘Wie laat er nu een kat uit,’ lachte ze. ‘Volgende keer beter’. Ze stond op, nam de lege glazen en liep naar de keuken.
Ik vroeg me telkens weer af wat de bedoeling van het spel was. Ik stond op, liep de kamer uit en zag dat het voor haar alweer tijd was. ‘Tot morgen,’ riep ik nog maar ze hoorde me niet meer. Ze haalde uit naar de hoofdverpleger en ze weigerde haar medicatie te nemen. ‘Ze zeggen dat het paard de koningin zal vertrappelen, hoor me! Hoor me! De koningin herken je aan haar gele bikini, zeg het aan Rik’.