Een hoogdag. Ze nemen dat woord nogal snel in de mond als er zich een belangrijke wielerwedstrijd aandient. Voor ons is de zondag een wandelhoogdag. Op de ochtend van een voorjaarsklassieker steken heel wat wielertoeristen ons voorbij. Ik vertel mijn vrouw het verhaal van een vriend, die elk jaar bij de Ronde van Vlaanderen een vaste afspraak heeft. “Ze maken ’s morgens zelf een ritje, daarna vlug een douche en dan installeren ze zich op een caféterras. In het café staat de tv afgestemd op de Ronde. Af en toe glipt er iemand naar binnen om te kijken wie er op kop hangt. Vorig jaar hebben ze de finish gemist. Wegens te gezellig op het terras.”
Even later passeert ons een man. Hij fietst voorovergebogen, want op zijn gewone herenfiets heeft hij een koersstuur gemonteerd. Hij draagt een beige colbertjasje en hij heeft opvallende rode schoenen aan. Een liedje van Elvis Costello komt spontaan in me op. “And I won't get any older. Now the angels wanna wear my red shoes”.
“Dat deden wij vroeger ook”, vertel ik. “Een ander stuur op onze fiets zetten. In het begin was het een koersstuur, maar toen we bij E.T. zagen dat BMX fietsen de lucht in gingen, werd het een hoog stuur. Op de bergjes van ons zelf aangelegd crossterrein probeerden we in de lucht te blijven hangen. Zoals Elliot en E.T. in de film. In ons hoofd reden we op een BMX. Tot één van de vrienden op een dag met een echte kwam aangereden. We stonden erbij en floten ernaar. Ik zie ons nog staan. Met de handen in onze zakken.”
Het waren mooie dagen. De liedjes van Elvis Costello kende ik toen nog niet. Nu durf ik ze regelmatig neuriën. “And I won't get any older, hmm hmm hmm.”