Als de mens slaapt
in de schijn van afwezigheid
en buiten de hond
zacht huilt tot zijn essentie
dolend in de wouden
vind ik mijzelf ontwakend
in het bed van de maan
als zij zegt “dichten is duiken in het diepe,
of wachten tot de vloed je zelf meeneemt;
de zon zal je ontwaken,
in een nieuwe zin”
vind ik mijzelf ontwakend
dolend in de wouden
de weg loopt op
schaduwen liggen
zoals demonen wachten
op mijn val
de weg loopt af
mijn voeten wegen
zoals schaduwen liggen
in het zand
zoals de blinde hand
van de nacht
ik neem de pen op
laat mij vallen
in het diepe
van mijn blad