of misschien
moet ik naar een pretpark
er zitten op een kaduuk
terras met plakkerige
trappen slakken staren
sap
wijnsinaasappelen
op een bord dat leeft
delfts blauw drie dolende
molentjes over de rand een
rode zonsondergang en ik lik
heb nog een toegangsticket
voor de roetsjbaan het strand straks
met parasols voor huurlingen
bloot vlees tentakels tel
met mijn tong
de tanden in je mond
of is het een morbide grap
moet ik weldra
weer door het magazijn vol dozen verse dood
voorbij het lachende riooldeksel de glinstering
is het spoor
van die slakken niets
dat stelpen kan
het beeld van jou
dat uit mijn ogen bloedt
uit de reeks 'Majnun, het gebrabbel van een gek'