Zijn haren deinen mee met zijn tred, licht krullend vallen ze
over zijn schouders, getooid in een tweedehandshemd
met palmboompjes, net wat groter, maar ach, laat waaien - - -
als Marilyn Monroe, streling van de wind.
Zijn armen vormen een bewegend tweeluik,
canvas met steeds meer vlekken.
De zon laat haar gloeiende relikwieën
achter als een noodkreet in morsecode:
S.O.S.
Zijn voeten brengen hem terug naar de bron,
de wilde pinksterbloemen in de berm
vanavond als smaakmakers op het menu.
Hij lacht naar de haastige fietsers in hun bloemenhemden.
Zouden ze weten dat het margrietjes zijn?