Winterrust (4)

7 nov 2017 · 1 keer gelezen · 1 keer geliket

 

Hoe dieper je dromen boren, hoe gemakkelijker doodskloppertjes gaten vinden in je houten botten.

 

Het zou een wijze raad voor Pinokkio kunnen zijn, maar dat is het niet. Feit is dat mijn leven draaglijker werd als ik uiterst ondiep sliep, en overdag, als een afwezige reiger van normale lengte, schelpen en kevers stond te verkopen.

 

Daarom liet ik mezelf de ganse nacht hangen in mijn koorden, aan mijn touwen en katrollen.

De pijn zij hield mij uit de slaap, ik rustte in een toestand die mij liever was en overdag, mijn god, mocht er gebeuren wat er wilde en al verkocht ik nul of dertig schelpen, leven bleef ik door twee dingen, zonnestralen en mijn passie voor het kleine, bakjes vol met resten van wat schelpen, slakkenhuizen en karkassen van insecten die vanzelf, ze lagen in de warmte en ze stierven.

 

Ik heb ze niet geteld en niet gemeten of een sliert met al de diertjes die ik heb beschilderd lang genoeg zou zijn van hier tot in het niets. Het antwoord is te dwaas. Ikzelf ben minuscuul en alle koorden samen veel te kort. Dacht ik dan één oogwenk van het zijn te kunnen vangen?

 

Ik bleef beschilderen, ik bleef leven, at nog enkel ‘s morgens. Ledig moest mijn spijsverteringsstelsel zijn om daar te hangen als een maan die niet meer schijnen wil.

 

Zo verliepen twintig jaren en op 17 augustus 2020  heb ik een kleine laptop gekocht. De verkoper lachte en zei : “Je kiest verdorie een model van 2017.”

Hij had een kop gelijk een hoender, ik betaalde aan de kassa en Ignace zat daar, hij zei :

“Je e-mailadres a.u.b.. ‘t Is voor spam en van die zever. Met zo’n ding van 2017 zit straks gans je geheugen vol met zeik.”

 

Ignace de klootzak! Was ik mijn roze pil vergeten die morgen? Ik ging naar huis en ik weet het, je vraagt je nu af : wat gaat een gast als Ricky Minnaert nu in godsnaam beginnen met zo’n ding voor de homo internetalis?

 

Niet meer dan beestjes bekijken, van de kleinste, uit de ganse wereld, inspiratie voor zijn rare kop en toen op een dag zo’n rammelkoets mijn ganse kraam in de vernieling reed, toen ben ik ermee gestopt met dat beschilderen van schelpen en van escargots, ben ik op een donkere dag naar Vloethem getrokken, met lijn 272, ben ik spruiten en saus gaan scheppen, bij die schat. Zij deed de worsten, de patatten en haar naam was Evi, in het lang Evangelina.

 

 

 

bladzijde vier van

'Winterrust'

(vierde en laatste deel van mijn e-boekje 'Ricky Minnaerts Somertijd')

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

7 nov 2017 · 1 keer gelezen · 1 keer geliket