Het statige herenhuis had al veel van zijn glorie verloren, maar voor Rosalie was het thuis. De plek waar de pijn niet bestond. Nog steeds hoorde ze zijn stem: "rotwijf! Trek die vodden eens uit!" Woest veegde ze de tranen uit haar ogen. "het is voorbij" sprak ze zichzelf streng toe.
Ineens werd er op de deur gebonsd. rosalie kromp ineen. Weer gebons, dit keer luider, dringerder. "Rosalie, doe open!" riep een zware manenstem.
"august, ga weg!" schreeuwde ze terug.
"nee, doe open!" august bleef op de deur bonken.
Rosalie sprong op en gooide de deur open.
august keek haar aan : "ik kom het goedmaken" zei hij en deed enkele wankele stappen.
Rosalie gaf hem een duw: hij viel achterover van de trap en bleef doodstil liggen.
Rosalie trilde , de adrenaline stroomde door haar lijf. Snel liep ze weer naar binnen.