En zo werkte ze diezelfde avond nog haar kleurentheorie uit. Hoewel mensen in hun pure eigenheid grijs zijn en grijs beleven, verlangen ze om de een of andere reden alsmaar naar het witte. Uit pure onmacht en frustratie vanwege de onbereikbaarheid van het witte, wordt wit dood verklaard en komt een diepzwarte kleur op de voorgrond te staan. Daar waar men grijs voorgeschoteld krijgt gaat men haast onbedoeld zwakzinnig op zoek naar het zwarte. Deze krampachtige houding leidt ertoe dat men liever zwart ziet, vanwege de onuitstaanbaarheid van de genuanceerdheid. Wit en zwart zijn wezenlijke delen van grijs, dat is een feit. Soms blijft het grijze echter beter onbenoemd, alsof het de ruimte betreft van de regels is die je leest. Daarvoor is echter een diepgeworteld vertrouwen voor nodig in de aanwezigheid van het witte. Het witte kan opgeslorpt worden door het zwarte. Deze gedachte blijkt voldoende te zijn om ons collectief op te zadelen met een angstneurose waar we beslissen om op zoek te gaan naar het zwarte. Blijkbaar verkiezen we een pijnlijke voorspelbaarheid die slechts een deel van de werkelijkheid omvat boven het ondergaan van de grijze grijzigheid.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.