Ze hakte de laatste boom om
en bleef onbeschut achter.
Alleen met haar demonen.
De meren droogden op.
Het water verloor zijn zachtheid.
Toen er alleen nog zout bleef
verdwenen zelfs de flamingo’s
als een roze wolk in de verte.
Verstoord slingerde de slang
zich door het zand
en rolde zich op in haar kuil.
Lieve Fimmers