Jouw wolk ligt ingeklapt
te wachten op een nieuw verhaal,
een verse regenbui of tegenslag
zo één waar jij wel bij vaart.
De geschulpte randen
van jouw wolk krullen om
als een van een gemaakte lach
zo één die jij plakt op je gezicht.
Wolkje, wolkje
heb je zin?
Nee, vrouw, nee, minnares.
De zin is vervlogen als toxisch gas.