WRAK OP DE SNELWEG

15 nov 2015 · 12 keer gelezen · 1 keer geliket

Als ik eerlijk tegenover mezelf ben en, als immer tegen jullie, kan ik niet anders dan het toegeven : de vent kon het gewoonweg niet weten ! Ik vertoon geen enkel teken van het Downsyndroom of zit niet de ganse tijd hardop te vloeken of schelden. Ik trek ook geen gekke bekken naar de mensen of praat niet de ganse tijd hardop tegen mezelf. En eraan toevoegen dat het niet op mijn voorhoofd staat geschreven, lijkt me helemaal overbodig. Ik had natuurlijk, net als de stoere flikken op televisie hun badge, mijn invaliditeitskaart voor zijn ogen kunnen laten flitsen en iets zeggen in de trant van : “Do you feel lucky today, punk ?”. Maar met de volledig verkeerde kaart in mijn hand en – vooral – het ontbreken van een .357 Magnum, had deze reactie tot een enigszins lachwekkende situatie geleid. En de Magnums die worden verkocht in de winkel naast mijn stamkroeg, hadden dit geenszins een ernstigere ‘touch’ gegeven.

Dus toen ik mijn laptop opende bij Mady (ja, inderdaad : die Mady !), leek alles mij te verlopen als elke gewone  andere dag. Wachtend op alle shortcuts die mijn laptop rijk is, in beeld zouden verschijnen, keek mijn verder mij volledig onbekende buurman mij aan en zei met een perfect Antwerpse – en tekenen van een beschonken – tongval : “Gij zou al beter bij die andere onnozelaars in het Parlement gaan zitten !”.

Kijk, als je, net als ik, reeds in het bezit bent van een kort lontje (steek het mijne aan en mijn ballen zijn al ontploft voor ik ‘Auh’ kan zeggen) en tevens de ongelukkige bezitter bent van de zwaarste vorm van ‘Borderline’, waar dan ook verkrijgbaar, dan weet je het wel. Zo’n even simpele als domme opmerking, die ieder ander weldenkend mens zou laten voor wat hij is, triggert bij mij meteen de hele reutemeteut, bestaande uit duivels en demonen, die normaal op medicinale wijze zoveel mogelijk in staat van rust worden gehouden.

Laat ik voor het gemak dit even voorschotelen in beeldspraak, hierbij gebruik makend van wagens. Goed, je rijdt in een comfortabele en van alle slimme snufjes voorziene  Mercedes GLC en wordt op de snelweg, op weg naar alweer een nieuwe bestemming in je leven, onverwacht de weg afgesneden door een camion, waarvan de chauffeur de dichtstbijzijnde afrit duidelijk te laat in het vizier had gekregen. Misschien is een fel geroepen ‘klootzak !’ zijn deel en je vervolgt je weg naar het onbekende. Indien je een Seat Ibiza onder je kont hebt met bouwjaar 2004 en bij één van de hopeloze werken je wagen tot een halt moet brengen, omdat andere chauffeurs bij het woord ritsen enkel denken aan hun broek, word je misschien erg kwaad…en terecht. Een resem bekende en onbekende scheldwoorden en de onmisbare middelvinger achtervolgen de daders, die inmiddels al zowat 3 kilometer verder zijn…tot je met enige doodsverachting dan toch beslist dat het nu jouw beurt is.

Wanneer je echter met (of als) een wrak je diezelfde snelweg op gaat, ben jij het niet, maar de andere chauffeurs die vloeken en tieren, woedend worden of – in sommige gevallen (jullie lezen er vast ook wel over in de plaatselijke kranten) – erger.

Laten we ons terug begeven naar het café van Mady. Ik ben helaas niet de bezitter van een Mercedes GLC…zelfs niet van een 11 jaar oude Seat Ibiza. Nee, ik ben nu eenmaal dat wrak op de snelweg. En dat maakt, zoals de gebroeders Willy en Jos van ‘Vermaelen Projects’ ongetwijfeld zouden beamen, een wereld van verschil. Ik vervolg dus mijn weg niet vlotjes zoemend verder, zelfs niet met een welgemeende ‘klootzak’ uitend aan het adres van de aanwezige Antwerpenaar. Ik stop ook niet om de vent uit te schelden en hem mijn – nochtans prima onderhouden – middenvinger te tonen.

Neen, dit wrak wil bewijzen dat hij, net als iedereen, nog steeds het recht heeft zich te begeven op deze snelweg die ‘leven’ heet. Dus, in plaats van de situatie even in te schatten om dan wijselijk te besluiten dat het raadzaam is de opmerking van “De lallende lul” (interesse, Studio Vandersteen ?) te laten voor de nietigheid die hij voorstelt, wordt mijn motor meteen getriggerd…om vanzelfsprekend meteen in “overdrive” te gaan.

“Wat was dat ?” is – toegegeven – een overbodige vraag als je de opmerking meteen van de eerste keer hebt begrepen. En voor de man, mij wat verbaasd aankijkend, nog steeds hopend op een staande ovatie voor zijn geweldige grap (zelfs zijn ongetwijfeld Antwerpse tafelgenoten hadden hem in de steek gelaten, wegens niet één glimlach), sta ik gevaarlijk dicht, zijn comfortzone met de voeten tredend, over hem gebogen, kijk hem recht in de ogen en spreek de volgende historische woorden uit : “Dat moet je eens herhalen. Dat moet je écht nog eens een keer herhalen en deze onnozelaar geeft je een iets minder onnozele klop op je verbazend onnozele bakkes !”, dit vanzelfsprekend in nuchter, maar volledig perfect uitgesproken Antwerps dialect, dat mij nog steeds rijk is.

Zijn 2 vrienden bekijken het café, alsof ze zich plots op een onbekende plaats bevinden en hun nieuwe omgeving in zich willen opnemen. En toch lijkt dat vreemd, daar de aangesproken vent het – gelukkig voor hem – niet in zijn hoofd lijkt te halen zijn eerder uitgesproken (on)zin opnieuw uit te braken en zich met een geheel ander onderwerp tot zijn niet-toehoorders keert. Mady serveert gewoon verder (zoals reeds vermeld in een vorig verhaal : ze kent mij) en de andere gesprekken komen terug op gang.

Inmiddels geeft mijn ‘Asus’ al zijn geheimen prijs en kan ik aan de slag. Na enkele aanslagen, die het toetsenbord niet heeft verdiend, neemt de motor gas terug en kan dit wrak opnieuw zijn aanwezigheid op de veilige snelweg opeisen.

 Eén dag later : zelfde plaats, ongeveer zelfde uur. Ik werk aan de voorbereiding van wat ooit op jullie scherm zal verschijnen als “Onafhankelijkheidsdag 2”. Wie deel 1 heeft gelezen, zal begrijpen dat hierbij elke letter, elk woord dient gewikt en gewogen te worden. Elke zin is een herinnering…elke herinnering meer dan ongewenst. Maar ik weet dat ik het moet doen…voor mezelf en duizenden andere kinderen en pubers, overlevend in dezelfde situatie in dit ‘voorbeeldige’ land. Met andere woorden : ik ben even van de wereld.

Tot een vrouw van middelbare leeftijd, 2 tafels verder, mij aankijkt en ik nog nèt het woord “Paljas” hoor vallen. Ze blijft me verwachtingsvol aankijken, zonder natuurlijk te beseffen dat het sleuteltje van het wrak wordt omgedraaid en de inwoners van de slecht onderhouden cellen in mijn hoofd, zich beginnen te roeren. Maar hoe dan ook, het is een vrouw dus, weliswaar zonder zelfs maar een spoor van een glimlach, kijk ik haar aan en vraag : “Wat zei u juist, mevrouw ?”.

“Oh sorry, ik wou enkel vragen of u al eens een “Paljas” hebt gedronken”, herhaalt ze (voor de leken onder jullie : een Belgisch bier van hoge gisting).

Onmiddellijk springt de motor opnieuw af, de krakers van mijn hoofd begeven zich terug in hun comateuze slaap en ik antwoord met de vriendelijkste glimlach die ik op dat moment tevoorschijn kan toveren : “Nee sorry, nog nooit geprobeerd, mevrouw. Ik hou het bij pils”. Ze glimlacht even terug en keert zich opnieuw naar haar tafelgenoot…haar echtgenoot, neem ik aan.

Zal ik het dan misschien toch maar op mijn voorhoofd laten tatoeëren ?

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

15 nov 2015 · 12 keer gelezen · 1 keer geliket