(uit “verhalen van A tot Z “)
HET DETAIL
Hij , groenblauwe ogen met lichtbruine weerspiegelingen, borstelige wenkbrauwen, halflang asblond haar. Zijn naakt gespierd en getaand bovenlichaam neigt zachtjes voorover.
Zij, fluwelen blik uit merendiepe kijkers, geen blauw is blauwer, fris heldere oogopslag, gebeeldhouwde lippen, kort gitzwart stomp lichtjes schuin lopend bobkapsel. Haar beschaduwd hoofd draait even linksom.
Hij opent een boek en leest.
Zij beluistert Rachmaninov ’s derde klavierconcert op haar gedateerde MP3 speler.
Vanmorgen nog beiden in de fluisterstille tempel, oosterse booglijnen en verbluffende mozaïeken die alle onheil weren, tuinen rondom, waar seringenaroma’s de lucht lichtjes benevelen. In de hoogste hoogte van het minaret een lied dat neerdaalt en hun zielen verplettert in opperste gelukzaligheid.
Dan dwalen naar de zee die ruist en lokt achter de blanke zandduinen. Overweldigend hoe ze schuimt en toch blinkt onder wolken en zonnespel. Fijne zandkorrels onder danshuppelende voeten en dan het gulzig slurpende en klotsende koele water.
Moe van spel en strand, neen, hongerig eerder, op weg naar het kleine eethuisje verderop. Heerlijke aroma’s van onverwachte kruiden en verre landen beloftes. Kleurenlichtjes weerkaatsen in gulzig geledigde cocktailglazen. Subtiele gerechten, voor, hoofd en na. Een fonkel in de koele Xereswijn. Dan nagenieten. Sandalenvrije voeten in het mulle zand bij de laatste roodverdronken zonnestralen.
Plots sluit hij zijn boek, hij houdt niet zo van al te gedetailleerde beschrijvingen.
Zij heeft de ogen gesloten en stelt zich de lange vingers voor die het klavier beroeren en strelen.