"Have you thought of Allāt and al-'Uzzā and Manāt the third, the other; These are the exalted Gharaniq, whose intercession is hoped for."
En we vallen.
Wrakstukken met heel veel verleden
en nog luttele seconden op de teller.
Ledematen, schoenen, stoelen, verpakkingen
als asteroïden op koers naar de aarde.
Een roze teddybeer maakt een
frisse duik in een zwembad.
Een motorkap verbrijzeld door een torso.
We tuimelen, buitelen, duiken, storten neer.
Onze maskers vallen mee (maar nog niet af).
Celestiale verschoppelingen.
Getalenteerde stumperds zonder vleugels.
Hulpeloos herboren in bevroren zand.
Een ironisch aureool.
Een stigma stinkend naar zwavel.
We kruipen, leren lopen,
zijn ons geloof voorgoed verloren.
Van God los in een ommezwaai,
I tell you, I tell you,
rise 'n' shine, tot in den draai,
I tell you, you must die.
Afgescheurd van vaderland,
van subcontinent naar eiland,
van veel god naar geen god.
Nul dat is te weinig en drie zijn er te veel.
Er is er één één één
Stad van zand, doof voor de Profeet.
Visioenen van Hastings, griffioenen en manticores.
Een klikspaan en agenten op het strand.
Het geïsoleerde huis. Ze komen je halen.
Een rat in de val, als een olifantman.
Geschopt en beschimpt, de politie uw vriend.
Gemuteerd in een geit, je eigen gevoeg als ontbijt.
Een haan die drie keer kraait.
De struisvogel rent de eenzaamheid voorbij.
Argentijnse herinneringen als aangestampte sneeuw.
Unfinished business, maar de jaren halen haar in.
En ik verdwijn geruisloos in de nacht, als een minnaar.
Jij ontsnapt met je lotgenoten,
L.O.N.D.O.N.
en samen zullen we je geliefde stad bestormen,
L.O.N.D.O.N.
maar Spoono, arme duivel, wie slaapt er met je vrouw?
I tell you, I tell you,
wie kwam en nam je leven en je huis?
I tell you, you must die.
To be born again... He is alive!
No survivors.
En toch sta je in hun woonkamer.
En toch sta je in jouw woonkamer.
Beëlzebub de hoorndrager
staat in zijn eigen woonkamer.
En ik naar mijn bergbeklimster.
Gods gezicht op het dak van de wereld.
Ik ben God niet, ik ben er vele.
Er is er één één één
En ik zijn zelfmoordsoldaat,
met knikkende knieën
in de strijd tegen Al-Lat.
Zij smijt kometen in mijn kruis,
ik bliksem vuur in haar gelaat.
Water is liefde, wijn is haat,
de tijd een godslasterlijk kwaad.
The Imam vs. The Empress:
FIGHT!
The Imam wins! Fatality!
I tell you, you must die.
Er is er één één één
Water wins! Untime wins!
En wat voor religie hebben wij ons op de hals gehaald?
En ja, ik praat in mijn slaap,
maar maakt dat van mij een aartsengel?
Wie stuurt mijn woorden?
Wie souffleert ze, wie schrijft ze op?
Wie praat van tijd en van haat,
van kanker en bedevaart?
Wie leidt de weg naar Mekka?
"Is er een God?", vraagt de clown aan zijn os.
Het dier blijft het antwoord schuldig.
Pleased to meet you,
hope you guess my name!
Een gedroomde comeback.
De nieuwe film. Over spijtige twijfels.
Er is er één één één
No survivors. I took another plane.
Een gespleten universum.
Een gespleten geheugen.
Eén helft moet eeuwen dragen,
tot aan het begin van de dagen.
Zevenslaper. Zeven dagen slapen
in een kamer met de allures van de Himalaya.
Want vergeten lukt haar niet. Everest in haar systeem.
Visioenen van ijsbergen, Everest aan de Theems.
Een ijsberg is water dat land probeert te worden.
Everest is land in een groteske poging tot verdamping.
Water. Land. Lucht. Gods gezicht. Geen tweede keer.
Ik ben God niet, ik ben er vele.
Ze vond me in de sneeuw, droeg me naar binnen.
Onze liefde zo broos. Met overal barsten
van het vallen, van het klimmen.
Ik de engel die niet viel. Ik de aartsengel Djibriel.
Tijd om wat Britten te bekeren,
een complete transformatie van
L.O.N.D.O.N., stad van zonde-rlingen,
en jij de droomduivel op zolder,
baart een hype populairder dan Pokemon.
Pleased to meet you,
hope you guess my name!
The Goat. The Bad. The Ugly.
Geitman, de nieuwe zwarte superheld.
De bange blanke man voert een nieuwe heksenjacht,
gotta catch 'em all. Zwart is zonde.
Jij bent geen engel, je behoorde tot de djinn,
keerde je tegen het bevel van de Heer.
Onze mutaties voeden de platte commerce,
verruil je aureool voor hoorns,
van een slechte ruil gesproken.
Maar er groeit iets op zolder. Wraak.
En je wordt wakker in een nachtclub
als je naakte menselijke zelf. Herboren.
And all the sinners saints.
De Openbaring in een notendop:
de engel die regels regent,
de klerk die ze vervalst
en de Profeet die het niet weet.
Stad van zand in verval,
de stadspoorten wijd open
voor de terugkeer van de Profeet.
Onderwerping. Bekeer en heers.
Zuiver de stad van alle afgodinnen.
Er is er één één één
Een nieuwe godsdienst, een stortbui aan verboden,
alle vrouwen achter slot, een zwarte markt van varkensvlees, dissidente spotprenten bij de vleet.
Wat vervelend als niet iedereen je god graag heeft.
Prostituees verkleed als de vrouwen van de Profeet:
bijzonder winstgevend.
De dichter zijn profane versie.
Een heilig huishouden weerspiegeld in een bordeel.
Spot en verzet in de kiem gesmoord door het zwaard.
Hoeren en dichters. Dichters en hoeren.
Wat is het verschil?
En het licht dooft in de ogen van de Profeet,
met een dankwoord aan Al-Lat op de lippen.
To be born again, first you have to die.
Je haalt je oude leven uit de kast,
past het als een oud knellend pak.
L.O.N.D.O.N. And so we meet again.
Een Dickensiaans drama. Winnaar en verliezer.
Geen kans op vergiffenis, je ogen spuwen vuur.
Wraak is een gerecht dat koud wordt opgediend.
De waanzin als de bliksem ingeslagen,
pillen tegen schizofrenie, pillen tegen paranoia,
een zelfdestructieve liefde verteert ons.
Red ons of wacht geduldig af.
Stemmen in mijn hoofd, stemmen aan de telefoon.
Duivels die fluisteren, boodschappen voor Cone.
Ze knagen en vreten en hakken en beuken.
Wraak koud opgediend. Geen vezel nog heel.
Niet van haar bergketen op zakformaat. Niet van ons.
Black lives matter. Massaprotest. Oorlog in de straten.
Een rechtszaak die de gemoederen verhit.
Ik heb mijn gouden trompet. Ik blaas het einde van de mens.
So we meet again. Confrontatie in een brandend huis.
Een regen van vuur. Verkoolde geliefden.
Hier komt alles samen. Hier brandt alles af.
Hier splitst de vuurzee in twee en
lopen wij samen naar buiten.
Vergiffenis.
1 2 3 4 5 6 7 zo gaat het goed, zo gaat het beter,
alweer een kilometer van spirituele waanzin.
En we gaan nog niet naar huis, want niemand is daar thuis.
Alle gelovigen te voet, enkel ketters nemen de Mercedes-Benz.
Dodentocht naar Mekka.
Wandelen op voeten die geen voeten meer zijn.
Maanlandschappen van blaren en bloeduitstortingen.
Maar wij gaan nog naar huis. Bijlange niet.
Een kudde geïntimideerd door gieren en twijfels.
Wie is de volgende die valt en niet meer opstaat?
Toch brengen vlinders gevleugelde hoop.
En ik droom onrustig voort.
Een baby door steniging vermoord.
Geloof heeft geen zwak voor diplomatie.
Geloof is alles of niets.
Geloof heeft geen bewijs nodig.
En daar is de zee, de zee, de zee.
Geloof verzet spreekwoordelijke bergen,
maar de zee wil niet echt mee.
Het water wordt hun graf. Hier is geen plaats voor mirakels.
Schrap wat niet past:
De zee wordt geopend./De zee blijft gesloten.
Einde van de bedevaart. Mekka wacht.
Een vader op sterven.
Terug naar het geboorteland dat je wilde vergeten.
Nu heb je een heden om te vergeten.
Je toekomst zit geklemd in een wonderlamp,
wrijf drie keer en ze verschijnt.
De sporen die een overleden geliefde
achterlaat doen nog het meeste pijn.
Je neemt ze waar en je begrijpt.
En ik maak me klaar voor alweer
een tragedie op de schaal van Shakespeare.
Van hier gaat het enkel naar beneden.
Gods gezicht op het dak van de wereld.
Ik ben God niet, ik ben er vele.
Gevallen engel.
No survivors.
To be born again, you must die.
Voor de typografie en afbeeldingen: http://gertvanlerberghe.blogspot.be/2016/08/you-must-die.html