Zand

28 sep 2014 · 8 keer gelezen · 1 keer geliket

 

Versleten aan een haak. De wegloopschoenen hangen daar. Nochtans, in meters is de weg terug nooit ver geweest.

 

Hier zag hij licht, duisternis, kreeg dat oergevoel dat eenzaamheid de hemel is. Twee roeste arken op een duin, de beesten uitgezwermd. Het staat al jaren leeg, het winkeltje aan lager wal. Geen moederblikken, potjes kook- en leefplezier, de laatste doos met wasverzachter, meegenomen door een harde man in zwart gewaad.

 

Daar beneden is geluid vergaan. Het kattenkwaad, het scheurend kleed hoort hij niet meer. De huizen zijn in puin, gruzelementen. Enkel hij nog in zijn toren, die al zijn stappen nu voorspellen kan, geen argwaan heeft als hij weer veel verzwijgt.

 

De meervallen en vrees voor storm zijn meegestroomd toen het verdween, het water aan de horizon.  Eén druppel heeft hij nog bewaard, maar wil niet proeven hoe hij zout en naar verleden smaakt. Hij droomt ervan, zijn natte kat, hier aan de voeten van de toren. Staart nu over droogte volgegroeid met lariekruid en vlinderbomen waar kameleons bij dag hun kleuren komen kiezen.

 

Hij knipt wat lussen, knoopt ze, hangt ze wat te drogen in de zon, gedachten en gesprekken die hij nimmer voeren zal.

 

 

 

uit de reeks  'Reizen met Robby'

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

28 sep 2014 · 8 keer gelezen · 1 keer geliket