Zielig boekje
Hier lig ik dan op de boekenbeurs: een magere paperback, vodje papier van niemendal, met kleine letters, beduimeld en gescheurd door een zeldzame malloot die gretig mijn eerste bladzijde monsterde, om me daarna onverschillig op de stapel broertjes te gooien.
Liever had ik dwarsligger willen zijn. Zo’n ding van sigarettenpapier dat je op de trein vergeet terug in je zak te steken. Maar mijn schrijver is wars van populisme. Ik had hem ingefluisterd mij niet in eigen beheer uit te geven, maar nee, hij moest en hij zou. Het heeft hem nog veel geld gekost, met mijn uitdagende cover in kleurendruk. Mijn vrouwenbeen met afgezakte panty, zodat de huidkankervlekken goed tot hun recht komen, moest het doen. Maar helaas, het publiek kan zijn grapje niet smaken.
Jaren heeft mijn geestelijke vader gezwoegd aan elk woord mijner zinnen, totdat niets zinnigs meer overbleef; toch een must om literair te wezen tegenwoordig. Branden van jaloezie doe ik, op die dikkerd van Lize Spit, waarvan nu 80.000 collega’s ergens op een Ikea-kast vertellen dat de eigenaar trendy is. Hoe ze het heeft klaargespeeld met een gestolen idee zoveel kitsch te verkopen, stoot mij tegen mijn ongebonden rug, maar ja, wie ben ik? Het product van een onbekende debutant. Zijn pen bleef onaangeroerd tijdens de signeersessie en hij heeft mij intussen verlaten om troost te zoeken in de drank. Zo heeft hij tenminste het gevoel iets gemeen te hebben met Jeroen Brouwers. Maar ik, kijk, daar word ik nu vreselijk onzeker van.
Beter was ik iets steviger uitgevoerd: ingebonden met een harde kaft en een gouden biesje eromheen. En zo’n lintje eraan, zodat de lezer tenminste weet waar hij gebleven is. Dat doet het altijd. Maar nee, het moest chiclit-goedkoop. Ik word daar depressief van. Mijn roemloos lot is devaluatie, opgekocht worden voor 2 euro door de Markies, of erger nog de Slegte en hopen dat een gefrustreerde, slechtziende eenzaat mij koopt voor mijn pittige buitenkant. Tussen mijn letters voel ik de boekenhel al opdagen: een rommelmarkt of een derderangs antiquariaat, waar ik jaren zal liggen muffen tot mijn papier vergeeld en mijn schrijver vergeten is dat hij dankzij mij de onsterfelijkheid betrachtte.
Volgende keer ga ik digitaal, zeker weten.