Zilvergrijs

Wijnand
11 nov 2025 · 2 keer gelezen · 1 keer geliket

Kunnen wij een gesprek met u voeren,
over de hal en kamer die zo beklijft,
de jeugd die strompelig achterblijft
en naar uw gave gezicht blijft loeren.

Onze huiden dromen van pril voorjaar,
de sfeertekening van de lichtblauwe lucht;
voor intense kou blijven we beducht,
niets is mooier dan een hemels gebaar.

Nu klooft zij zacht de uitgeklede bast,
bergt de jassen op die ons kleurig staan,
en de vorst die ons als gast wil inlijven.

Zilvergrijs ademt de streek van de kwast,
die de zomer in najaar laat overgaan,
voor nu legt ze een kleed op hun lijven

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Wijnand
11 nov 2025 · 2 keer gelezen · 1 keer geliket