De lucht broeit. Regen valt nauwelijks
hoorbaar. Nauwelijks herinner ik mij
hoe jouw hand op mijn arm. Jouw arm
rond mijn schouder. Hoe daar bovenop
jouw hoofd en wij zinderend. Geslagen
verdragen we de loomte. En zijn warm
noch koud. Wij zijn niet meer bang,
verbergen niet meer. Nooit is alles hier
stil op zondagavond. Enkel regen die valt.