Zondebloemen (2)

11 nov. 2016 · 50 keer gelezen · 0 keer geliket

 

Zaterdagochtend, in zijn kamer met aan de muur één poster van Darlene Bubbles en één van Skinny Puppy. Roeland opent het raam. Gisteren was het nog een hot-and-shiny-borsten-worsten-dag, waarop de zon een vermeende vrolijkheid uitstraalde; vandaag is het kil en bewolkt.

Een schimmelpaardje trekt een grijze koets door de lucht. Het ding drijft dichterbij en vervoert twee schapen, met of zonder kop, want ogen of oren kan hij niet onderscheiden van de rest.

Het gevaarte vliegt gevaarlijk laag, zal straks misschien blijven haperen aan de appelaar. Dan vallen de schimmel en de schapen in de groenselhof om daar een hoop vuile sneeuw te vormen.

 

Ja, sneeuw op een ochtend in september en mijn vader, Florimond Wittebolle, heeft deze nacht allicht weer enkele stervende koeien in zijn Magirus getakeld om ze naar Van Hoornweder te voeren, naar dat kleine Sijseelse slachtkot waar ze nog snel in stoofvlees versneden werden.

 

Aan de horizon ziet Roeland rode voertuigen, rijdende ladders en blauwe zwaailichten. Misschien hebben enkele van die getikte Lotjes het gesticht van Onze-Lieve-Vrouw in de fik gestoken, en staan Lieselotje, Charlotje, Lancelotje en Lorelei buiten naar de vlammen te kijken, allen met de handen in het verwarde haar en de voeten in pantoffels van konijnenpels.

 

Als Roeland de keuken binnenkomt, staat tante Gladys blootvoets voor het aanrecht, op haar tenen, om alles beter te kunnen zien. Ze leunt voorover waardoor haar benieuwde tepels de vensterbank bijna raken.

Zeven brandweerwagens telt ze en op haar negligé prijken ongeplukte anjers, eronder leeft dat zachte vel

 

Snel! Koffie moet ik zetten. Deze ochtend geen gepluimde kippen in de keuken!

Anders gaat ze klappertandend rondlopen, om ze te vangen, en verschijnen er rode vlekken op de muur, bloed dat uit hun koploze nek spettert.

 

“Daar had ik nu zo’n trek in”, zegt ze met een stem als warme melk, terwijl ze met beide handen de tas streelt en wat koffiedamp in zijn richting blaast, “neem ook een tas en trek straks iets warms aan.”

“Waarom?”, wil Roeland weten.

“Vertel ik je straks wel, op de trein naar Paardenput.”

“Paardenput?’

“Ja, Paardenput”, glimlachte ze.

Ze drinken en ze zwijgen. Tante Gladys laat een hemels boertje. Haar kop is leeg (de tas, bedoelt hij) en spoelt hem in de pompbak.

 

"Ti-da-ti-da-ti-da..." Zingend als een blijde ambulance, loopt ze de trap op terwijl haar flinterdunne negligé zonder twijfel openvalt en als een verkwikkende sliert ochtendnevel achter haar aandrijft.

Roeland probeert nog aan een eeuwige zomer te denken maar haalt dan toch een pullover uit de wasmand en trekt die aan boven een losse jeansbroek. Een onderbroek vindt hij niet.

 

Ze gooit een elastiek naar hem voor ze de fiets opkruipt: “om boven je rechter enkel te doen, anders draait je broek in de ketting” ...en komt die slurf uit zijn broek te hangen, denkt zijn scrotum.

Onderweg naar het station van Brugge, passeren ze de nasmeulende, platgebrande, brood- en boterkoekenfabriek.

“Dit stond dus in lichter laaie deze ochtend. Vaarwel tonnen schuimbrood en vettigheden!”, zegt tante Gladys met een stem die harder klinkt dan hij gewoon is en ze test haar fietsbel wanneer ze de laatste brandweerman voorbijrijdt. Blusschuim hangt hem tussen de benen.

 

De fietsen maken ze 1-2-3 met een cijferslot vast aan een ursusdraad, die een hondenkakperkje scheidt van het trottoir. Op het perron wacht een trein, op sporen, wissels, bruggen en tunnels.

“Die nemen we,” weet ze, “de boemeltrein naar Brussel. Die zal wel stoppen in het station van Paardenput.”

“Als jij het zegt...” en Roeland neemt een krantje van de grond, begint uit de rubriek ‘vakantie en tijdverdrijf’ luidop voor te lezen:

 

driedaagse sauna in Helsinki

helend bubblebad in Bollywood

treinreis door een Ijslands paradijs

weekendje in Willy Wankerland

slurffestijn in Florida

 

Gladys lacht waardoor haar bolle welpjes weer wakker schrikken. Terwijl hij een slapertje uit zijn oog rechter oogput peutert, neemt zij de gratis krant van hem af, mept er een wesp mee dood en het zwartgele wezen valt op het oranje tafeltje.

“Moordenaar,” zegt Roeland zonder enige verontwaardiging in zijn stem.

“Ben ik allergisch aan, aan bijensteken, wespensteken, breisteken en bereid je maar voor, mijn jongen. Straks te Paardenput moeten we volledig uit de kleren. Warm is het niet vandaag”.

“Geloof ik niet”, zegt Roeland, terwijl zijn slurf het tegendeel beweert.

“Echt. Oidipous en Iokaste. Bij een schilder. Model staan. Maar ik ben je moeder niet, dus maak je geen zorgen, lieverd. Gewoon jezelf blijven, poseren, eigenlijk een stilleven, want een schilderij is maar een momentopname.”

Als jij het zegt, denkt Roeland terwijl hij de schuin naar onderen wegdruipende regendruppels op het raam volgt; ze kruipen gelukkig door de wand van de wagon en hopelijk slaagt hun koelte erin zijn zestienjarige willy weer wat kleiner te krijgen.

 

Dit alles terwijl er niet eens een station is te Paardenput en ze niet eens op een stoptrein zitten. Het is een intercity en eenmaal voorbij Aalst stopt die pas in Brussel-Zuid.

Maar er is een stroompanne, net voorbij de bocht bij Paardenput. Een kraan is bij een overweg in de buurt van Erembodegem tegen de bovenleiding gereden.

Enfin, de conducteur komt langs en vraagt de reizigers om uit te stappen en zich te voet westwaarts, naar de bushalte ‘Paardenput’ te begeven. “Daar zullen vervangbussen U dan afhalen”, stelt hij gerust.

 

De wesp lijkt definitief dood te zijn. Geen stuiptrekking zal die angel nog in beweging krijgen, denkt Roeland. Met zijn hand veegt hij de wesp in de krant, die hij als een lijkverbrandingsbootje onder het tafeltje bij het raam houdt, legt de wesp daarna te rusten in de kleine assenbak en sluit het dekseltje.

“Kom we gaan,” en Gladys trekt Roeland bij de mouw, “Lewis wacht op ons. Straks is zijn verf al droog.”

 

 

 

 

Stroompanne te Paardenput

deel 2 van ‘Zondebloemen’

uit de reeks ‘Roeland Wittebolle’

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

11 nov. 2016 · 50 keer gelezen · 0 keer geliket