Zondebloemen (slot)

14 nov. 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Als ze toekomen in de bed & breakfast ‘la Femme du Couchant’ te Revogne, valt de frank van Roeland: “Dat was gedomme de Magirus van mijn vader in die bocht. Hij komt in die bossen everzwijnen laden voor Van Hoornweder!” en hij pakt de sleutels van de Simca uit Lewis’ jas.

 

“Ik rij wel”, zegt Lewis en ze scheuren over de N355 terug naar Daverdisse. De boswachter ligt al lang met zijn okapi in bed, maar op de bosweg richting oevers van de Lesse, schijnen ze, de koplampen van de Magirus. Een knoeste gestalte sleept spartelende wezens over een laadklep de kamion in, geeft ze met een voorhamer een klop op de kop als ze te veel tegenwerken.

 

Roeland zoekt en vindt een knots, een kort stuk eik, nadert de man in de rug en slaat hem de schedel in. Als Florimond na een tiental minuten geen stuip meer trekt, roept Lewis: “Hij is verdomme de pijp uit, dat vadertje van je”. In de Magirus vinden ze twee koorden, binden er één rond elke enkel en sleuren Florimond naar de Simca.

 

Terug in ‘la Femme du Couchant’ neemt Roeland een lange douche, stuurt Lewis een smsje naar Gladys: de dwerg is er geweest, morgen schilderen en een zoen van Roeland

 

Bij dageraad laten ze Revogne achter zich. Met het lijk van Florimond in de koffer rijden ze door Tilleul en nog verder, tot temidden de immense zonnebloemvelden van Beauraing. Nu nog geen kat of vogel te bespeuren is, binden ze het lijk van Florimond ondersteboven op een achtergelaten driepikkel. Enkel het geraamte staat er nog, vogels zijn met het hooi gevlogen en uit het handschoenkastje haalt Lewis een vlindermes. Het heft legt hij in de hand van Roeland.

 

“Als een konijn,” zegt Lewis, die een klein spieraam met doek, tubes en kwasten van onder de achterbank van de Simca haalt.

Roeland aarzelt niet, snijdt Florimonds kruis eruit, haalt de ingewanden eruit, sleurt ze in een gracht en vilt zijn vader, als een tam konijn. Met een stevige draai wringt hij hem de nek om en snijdt de laatste pezen door, die de kop met bebloede ogen nog vasthouden aan de ruggegraat.

 

Samen met Lewis, draait hij de romp met ledematen weer met de poten naar beneden. Lewis keert terug naar zijn schildewerk en Roeland vult de romp met kruid en distels, haalt een kleurig kleed uit de tas van June Palmer die ze in de Simca vergat en verscheurt het tot wat lompen voor de vogelverschikker; haar hoed en nog meer gras maken hem compleet.

 

Lewis duwt wat grijs, zwart, wit en rood, de bodem uit zijn tubes en ze wachten, op de condor.

Een gsm rinkelt. Die van Roeland. Gladys, en Roeland stelt haar gerust: “Ik heb er één gevonden, een konijn met rode ogen. Onderweg stoppen we nog bij een Aldi, voor bruin bier, een zakje droge pruimen.”

 

Vol verwachting. Ze staat. Bijna poedelnaakt. Bij de telefoon en slurpt nog wat vruchtensap uit het heldere glas. Haar lippen bijten het rietje stuk en het sap sijpelt over haar loesjes, langs haar dijen. Tot. In. Haar. Roze. Laarzen. Met print. Van dolle zondebloemen.

 

 

 

 

Zonnebloemen te Beauraing

laatste deel van ‘Zondebloemen’

uit de reeks  ‘Roeland Wittebolle’

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

14 nov. 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket