“Tijdens de zomermaanden spendeert een mens toch wat tijd op een terras”, zei ik tegen mijn vrouw, terwijl we op een ochtend in onze vakantie vanop een terras de langzaam voorbijgaande voetgangers gadesloegen. Het was precies een vertraagde film die zich voor onze ogen afspeelde. Alsof de warmte hun voeten naar beneden drukte. Even had ik het idee om zoals juffrouw Magda in onze tweede kleuterklas ‘voeten opheffen’ te roepen, als we tijdens een wandeling met zijn allen in het zomerse zand ‘stoeberden’.
Eén van de voorbij slenterende koppels nam plaats aan het tafeltje naast ons. Ook al hadden we zelf een aardige conversatie, ik kon niet nalaten om hun gesprek te volgen. “Wat bedoelt ze daar nu mee? Op die uitnodiging”, vroeg de vrouw aan haar man. “Zonder tegenbericht staat er in de mail. Ik weet echt niet wat ze hiermee bedoelt.” Het leek me een eenvoudig gegeven en ik veronderstelde dat haar man meteen het antwoord zou geven. Of dat ze het zou opzoeken in haar telefoon die ze al een tijdje vast had. Maar de man haalde zijn schouders op. “Oei, geen idee schatje”, antwoordde hij terwijl hij verder van zijn drankje genoot.
De vrouw bleef er over doorbomen. “Zonder tegenbericht. Wat bedoelt Francine hier nu mee?” Ik kon de neiging bijna niet weerstaan om te zeggen dat ze niets moet doen om op de uitnodiging in te gaan, maar de volgende zin van de vrouw deed me besluiten om het niet te doen. “Weet je wat”, zei ze. “Ik ga Francine een bericht sturen, om te vragen wat ze bedoelt met zonder tegenbericht.” “Goed idee schatje”, zei haar man. We zijn helaas niet lang genoeg blijven zitten om te horen wat Francine geantwoord had, maar het was een mooi begin van een zomerse dag. Dat wel.