Eerst lach je nog smalend
Je merkt haar op aan haar tafeltje,
vingers rond een kop dampende thee.
Hij maakt haar ook maar iets wijs
Als je probeert, ben je minstens even mooi
Zij heeft vast nooit de storm in hem gezien.
Toch kan je het niet laten om haar
na te staren wanneer ze vertrekt,
over het plein wandelt, haar leven in.
Je wil het niet maar je vraagt je af
waar ze heen gaat
en waarom hij nooit meer op weg is
naar jou.