de wereld was een muil vol kwijl
ik stond met mijn mondje open
ik zag geen sukkels, geen genieën
ik zag alleen maar knieën
mama's hand was mijn houvast
en ik keek en zag hoe eng het was
nooit zal ik vergeten hoe dat was
maar ik leerde teveel en ik vergat
kennis maakt blind,
als ik mezelf
neerbuigend in de ogen kijk
dan loop ik vol
ik ijl
en mama?
de soep kwijlt over haar gebeente
ik deins terug en recht mijn rug
als een man van de wereld
dool ik verder
het kraakt
onder mijn bange voeten